2522. Aan H. Marsman: Parijs, 18 mei 1935
Parijs, Zaterdagavond. '35.
Beste Henny,
Ik heb niet den moed gehad om met de Pia's naar Malmédy te gaan, en was gisternacht dus hier terug; zéér tot mijn genoegen, moet ik zeggen! Het is hier ook rotweer, maar Bep en ik stralen van warmte over de hereeniging (is dit wel een woord?), en de Malraux' hebben zooeven hier gegeten, en alles is weer als in de beste tijden. Ik ben ook erg blij dat ik maar niet meer naar Brussel ben gegaan.
Ducroo lag thuis zeker op je te wachten? Schrijf mij er nu niet over dan nadat je alles gelezen hebt, en in je hebt laten bezinken; en misschien doe je nog beter als je er een week niet in kijkt, na al onze uitwisselingen van Spa. Ik zal aan deze dagen met jou in Spa ook later zeker ‘intensief’ terugdenken. Maar ik ben toch bang dat jij er niet uit gehaald hebt wat je verwacht had, en dat het genoegen voor jou meer dat van den ‘gever’ geweest is. Als je me dus nog wat vragen wilt...
Was de reis dragelijk? De mijne nogal gek: ook met 2 × overstappen; en tenslotte in een trein vol moffen van een ‘drastisch’ soort. Het is een leelijk ras!
Schrijf je me ook de opinie van Rina? Ik ben er nu bij voorbaat van overtuigd dat jullie koppel door de indische kant van Ducroo hevig beproefd zal worden; maar ik wil nog durven hopen dat het toch meevalt na Anthonie Donker. Kan je me die Schaduw niet zenden?
Dit breng ik nog even gauw naar de post - het is morgen Zondag, en ik wil het eerst geschreven hebben!