Brieven. Deel 5. 2 mei 1934-31 oktober 1935
(1979)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 208]
| |
2349. Aan H. Marsman: Le Roselier-en-Plérin, 27 december 1934Bretagne, 27 December. Beste Henny, Hierbij - uit mijn documentatie voor Ducroo - een zeer curieus artikel over Malraux,Ga naar voetnoot1. dat verduiveld goed is, in zoover dat het precies weergeeft welke indruk hij maken kan op menschen die hem niet kennen en die hem dan antipathiek gaan vinden. Ik heb dit stuk altijd benijdenswaard gevonden! Lees het en gooi het dan weg, ik heb het nu niet meer noodig. (Het portret is ook al zoo mooi!) Nauwelijks was mijn vorige brief weg of ik ontdekte dat ik Gobineau vergeten had. Als je misschien dat lijstje verkort voor jezelf opneemt (ik vind er later misschien nog andere, hoogstwschl. zelfs), zet er dan van Gobineau bij: Adelaide, Akhrivie Phrangopoulos of La Chasse au Caribou. Ik weet voor mezelf nog niet wat ik kiezen zou, het zijn 3 totaal verschillende verhalen. Er zijn ook nog de Nouvelles Asiatiques, die heel beroemd zijn. Van Villiers de l'Isle Adam zou ik bij voorkeur een verhaal nemen dat niet op Poe lijkt; hij heeft dingen gemaakt die op Maupassant lijken, maar daarvóór geschreven, en eigenlijk beter. - Duranty heeft 3 bundels novellen geschreven. Ik las er één van, dat zeer middelmatig was. Maar in de 2 andere zijn misschien ‘parels’. Ik voel mij ongenoeglijk en bijna ongerust over de goede pers die De Sm. Mens krijgt, en hoop erg op de nobelgetinte smeerkeezerij van Donker of de gewoon-prollige van Janus-Kuyle om weer de vertrouwde geluiden te hooren. Schotman ontdekte Greshoff,Ga naar voetnoot2. tegen Menno en mij in bijna, en vindt hem heel wat beter dichter dan jou, ofschoon hij op een gegeven oogenblik jouw invloed schijnt te hebben ondergaan. La connerie est illimitée, dat staat tenminste nog altijd vast. Ik had even trek om te antwoorden, maar kom! De sukkel meent het nog goed ook; dat hij van de gelegenheid gebruik maakt om wat vuiligheidjes tegen mij en Slau te loozen is tenslotte begrijpelijk, en dat hij nu eenmaal zoo vervloekt stom is ligt buiten zijn verantwoordelijkheid. | |
[pagina 209]
| |
Jany zond mij opeens ingesloten photo. Hij schijnt Den Doolaard dus ook niet al te zeer te beminnen?Ga naar voetnoot3. Gaat het nog altijd niet goed met de gezondheid? V. der Meulen schreef dat je er nogal goed uitzag en erg opgewekt praatte.Ga naar voetnoot4. Hoe maakt Rien het? Geef vooral eens wat berichten over haar, want ik heb haar nu zoo goed als geheel uit het oog verloren en vind dat heelemaal niet prettig. Hartelijke groeten van ons beiden, je E.
P.S. Ik gaf van Slau de definitie: een eersterangs-schrijver met de linkerhand. Jany vindt dat zeer mooi en voegt er twee definities van hem aan toe: Muller-Lehning, een Chopin van de politiek; Ik ken de beide heeren onvoldoende, maar wat zeg jij ervan? - Zullen we deze definities collectioneeren?
* * *
Wat van Mérimée prachtig is als superieur ‘opstel’, als beschrijvingskunst, of schrijfkunst, genre beknopt en compleet, is L'Enlèvement de la Redoute. Een paar blzn. maar. Maar voor den bundel zou ik toch Arsène Guillot nemen, als ‘veel verder gaande’. Schrijf me eens wat je van Achim von Arnim kent en hoe je het vindt; ook hoe het in het duitsch geschreven is. Ik ken 3 verhalen die ik zeer goed vindt en die mij veel meer zeggen dan Kleist. Het mooiste heet in het fransch: Les Héritiers du Majorat.Ga naar voetnoot5. |
|