Brieven. Deel 5. 2 mei 1934-31 oktober 1935
(1979)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 188]
| |
2326. Aan J. van Nijlen: Le Roselier-en-Plérin, 8 december 1934Bretagne, 8 Dec. '34. Beste Jan van Nijlen, Ik zit hier in Bretagne en werk weer aan Ducroo. Ik hoop er spoedig zoo goed als klaar mee te zijn, vooral nu ik er weer goed ‘in’ ben, wat in Parijs niet lukken wou. Als ik geluk heb, ben ik in Januari absoluut klaar, en het is dan een boek van ± 700 blzn. MS., dus zeker 500 blzn. druks. Ik wou je nu vragen of die juffrouw op het kantoor nog altijd bereid is voor me te typen? Ik wou nl. dit slot toch getypt vóór me zien, alvorens het naar Querido te zenden. Tegen ± 5 Januari kan ik je wschl. een heele vracht papier zenden, maar kan zij dat dan zoo mogelijk in Januari zelf nog afdoen? (zoowat 200 blzn. MS.) Het is voor mij nl. van veel belang als ik de tekst gauw terug heb, met het oog op later komende invallen en correcties, want Querido moet uiterlijk Maart het complete MS. hebben. Schrijf me dit dus even op een kaartje. Mijn adres is: Hôtel du Manoir, Le Roselier-en-Plérin, par Saint-Brieuc (Côtes-du-Nord), France. Ik zit hier heel eenzaam, want Bep is in Parijs gebleven. Met het oog op het werk is dit gevangenisleven wel goed, en een mensch went aan alles. Ik had bovendien groote behoefte om wat uit Parijs te zijn, waar iedereen wat van me moest hebben en alles me afleidde. Ik kwam daar gewoon niet meer tot serieus werken; alleen maar snippers en zoo, panopticumpjes en notities + een enkele boekbespreking. Hoe maak jij het nu? Gaat het oog toch wat beter en is de lever langzamerhand getemd? Ik heb je bundelGa naar voetnoot1. helaas niet gekregen, maar tant pis, ik bezit Geheimschrift en Heimwee naar het Zuiden, en wacht op een latere, gewonere uitgave, bij Nijgh & Van Ditmar of Querido, waarin dan ook meer verzen zullen staan. (Of bij Boucher, in de verzorging van Jan Greshoff's vaerzenGa naar voetnoot2. - of is je dat te kleine oplaag?) Zijn Griet, Sophie, Charles gezond? Schrijf eens een woordje, als het je tenminste niet vermoeit. Het is hier koud en het waait bretoensch buiten. In mijn kamer werk ik met een petroleumlamp. Als ik Bep hier had, zou ik dit alles | |
[pagina 189]
| |
bij elkaar heerlijk vinden. Maar het kan niet te duur worden - al word je hier vetgemest met de heerlijkste spijzen voor 25 frs per dag - dus als alles goed gaat, komt Bep mij van Kerstmis tot Nieuwjaar gezelschap houden; anders ga ik naar Parijs terug. Help me dus wenschen dat de inkt moge blijven stroomen zonder een ongemerkte cretinerie des auteurs. Lees je nu weer wat? Veel hartelijks, ook thuis, een hand van steeds je Eddy |
|