Brieven. Deel 5. 2 mei 1934-31 oktober 1935
(1979)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd2308. Aan G.H. 's-Gravesande: Parijs, 23 november 1934Parijs, 23 Nov. Beste Hein, Gefeliciteerd met het succes van NenGa naar voetnoot1.; ze verdient een betere tijd dan deze voor de bekwaamheid waarmee zij de lange baan kort maakt. Heeft ze al iets op het oog? Wat is het einddoel? Je zou me een plezier doen als je me opgaf welke passages je gestoord hebben, of onjuist leken, in mijn vertaling. Ik heb alles nog eens doorgenomen, en er nog wat foutjes en slordigheidjes uitgehaald. Een volmaakte vertaling van een boek als dit vergt ± een jaar. In 4 maanden kàn je het niet zoo hebben als je zou willen. Toch geloof ik dat Malraux tevreden kan zijn. De noorsche vertaling schijnt erg goed te zijn, de amerikaansche ook. De duitsche heel slecht, de hongaarsche, tsjechoslowaaksche enz. beneden alles. Kan je me misschien het nr. van De Telegraaf nog sturen, (van Woensdagavond 1.1., waarin Buning mijn smalle bespreekt. Erg beschermend, schijnt het, en vol hoogachting voor Kuyle...Ga naar voetnoot2. Maar vóór het ter prullemand gaat, kan men er altijd een blik in slaan. De kritiek is anders tot dusver lovend, al te lovend; ik begin mij onwennig te voelen! | |
[pagina 171]
| |
Hoe gaat het met je en op de krant? Bep is van plan Schilt een andere regeling voor te stellen, maar wacht liever nog even, met het oog op allerlei. We gaan wschl. over een paar maanden ook in een ander appartement; ik werk hier slecht. Eind van de maand denk ik voor 3 weken naar Bretagne te gaan, in alle eenzaamheid en afzondering, om zoo mogelijk den ‘roman’ af te maken. Parijs is te levend voor veel werk; ik heb in Bellevue en in Bretagne 10 × beter gewerkt dan hier. Enfin... Hartelijke groeten van ons beiden, ook aan Nen, een hand van je Eddy
P.S. - Ik heb Q. gevraagd het ex. van Het Vad. aan jou te adresseeren. Misschien hebben ze dàt dan gedaan? |
|