Brieven. Deel 5. 2 mei 1934-31 oktober 1935
(1979)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd2133. Aan J. Greshoff: Parijs, 18 juni 1934Parijs, Maandag. Beste Jan, Ik heb dezer dagen ontzettend geploeterd aan dat essay,Ga naar voetnoot1. maar heb het nu moeten opgeven. Hoe meer ik over deze kwesties van ‘geest en politiek’ nadenk, hoe meer ik erover te zeggen heb, en om dat alles in één essay te doen, dat dan nog op een bepaalde tijd afmoet, zou aanleiding worden tot oppervlakkig geklets, inplaats van tot grootere conciesheid (want daarvoor ontbreekt dan weer de tijd). Enfin, De Smalle Mensch is toch al te dik; ik zou op deze manier 50 blzn. geven inpl. van 30. Bovendien denk ik dat ik hiervan later - nà Ducroo - iets 10 × beters, en dat ook weer iets geheel nieuws, maak. Ik zal een nieuwe Golovjef bestellen en je misschien in rekening | |
[pagina 52]
| |
brengen. Tegen een paar kleintjes koffie in Brussel wellicht. Ik hoop nu maar dat ik je nog zien zal vóór we naar Tanger afreizen. Eerlijk gezegd zou ik, wat de omgeving betreft, wel zoo lief in Sestri zitten. Dat werk van je voor de kattendrek-pers is voor mij een obsessie. Je weet niet hoe ik daar soms met een 100% gerevolteerd gemoed aan denken kan. In zeker opzicht is zelfs je examen-werk daarnaast al een halve vacantie, dunkt me. En natuurlijk: God zegen Varangot - ‘God bless him for a helpful spirit and a mute one!’Ga naar voetnoot* Ik denk niet dat Querido duurzame exemplaren ‘trekken’ zal. Of hij zou ze mij in rekening brengen. Maar zijn papier is heel gaaf en wit en solide, bijna Hollandsch voor oog en gevoel, iets tusschen vergé en Hollandsch. Ik laat het hierbij: sterkte met je kindertoetswerk. Ik had er haast bij geschreven: groeten voor je gastheer,Ga naar voetnoot3. maar groet hem maar niet. Dat hij nl. perronophoob is, is hem van harte gegund, maar hij neemt een wonderlijke houding aan tegen Bep, die hem uit Grenoble nog een briefkaart zond en ook eerder het laatst van zich liet hooren, maar die hij - is het om haar nieuwe naam? - blijkbaar in zijn perronophobie opgenomen heeft. Waarop gezegde Bep verklaard heeft: ‘Hij kan nu een ons wegen vóór hij weer van mij hoort’. Ik vind deze historie werkelijk wat dwaas. Hartelijke groeten dus van ons beiden voor jou alleen in het phobische huis, en een hand van je E. |
|