Brieven. Deel 4. 2 januari 1933-30 april 1934
(1978)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd2049. Aan J. Gans: Parijs, 18 april 1934Parijs, 18 April. Beste Gans, Het blijft dus afgesproken dat we liever praten dan schrijven (vooral met een haar in de pen!) - Ik heb vandaag Trotsky's brochureGa naar voetnoot1. besteld; ben er zeer benieuwd naar. Als ik mij bij een gemeenschap ging aansluiten - deze tijd bulkt letterlijk van horden en gemeenschappen! - dan zou het, geloof ik, bij deze zijn... Ik sprak | |
[pagina 515]
| |
hier een paar dagen geleden Jef Last, die niet ten onrechte kwaad is over de burgerlijke bewondering voor Trotsky en de rust van deze zelfde lieden bij het over de Duitsche grens zetten van 4 trotskysten door den burgemeester van LarenGa naar voetnoot2.; maar, ook al moet ik hem hierin in den grond gelijk geven, dit belet mij niet om den ouden Trotsky een prachtkerel te vinden (die mij, eerlijk gezegd, altijd nader stond dan de mij wat te ‘reusachtige’ Lenin). Als ik dan toch aan de politiek moet doen - misschien moèt het eens werkelijk - en mij dus zou instellen op het min-of-meer blindelings naleven van een programma, dan zou ik ook een leider willen hebben in wien ik ‘menschelijk’ blindelings vertrouwen kon stellen - ook al voerde hij mij naar een soort zelfmoord - en wie zou ik dan beter kunnen kiezen dan Trotsky? Maar ik wil probeeren, zoolang het kan, buiten de gemeenschaps-programma's te blijven. Ik weet niet of dit laf is, en het kan me ook niet schelen. Misschien vergt het juist een vrij groote moed. Er zijn me op het oogenblik toch te veel imbecielen bezig om een groote mond op te zetten over gemeenschapsidealen,Ga naar voetnoot* tot de ergste katholieke wandluizen toe, van het soort Albert Kuyle! En als je op een gegeven moment dan toch kapot moet - want daar schijnt geen ontkomen aan te zijn, gegeven het huidige ‘wereldbeeld’ - dan maar voor mijn particuliere rekening, after all. Als je Tsjen begrijpt, zal je dit gevoel ook in een burger nog wel kunnen begrijpen. Ik weet niet of deze tijd een mooie, heroïsche, gespannen, enz. tijd is. Ik weet alleen dat ik het heele gescherm overal kotzenswürdig vind, en meer dan ooit snak naar ‘een eiland achter de menschheid’. - Je moet de doctrine van het fascisme lezen,Ga naar voetnoot3. door Mussolini opgesteld, fraai uitgedacht na de feiten van het practische samentimmeren (dit laatste is geen verwijt): het is een soort Nietzsche geworden voor het valetaille, een Herrenmoral en Eroïca voor slaven, voor een schare die, qua maatschappelijke houding en omstandigheden, vrij precies lijkt op wat Nietzsche zelf het vurigst heeft veracht: de christenen. Ik hoop hierover een groot stuk te schrijven, als ik met mijn knechtschap, die vertaling, klaar ben. Nu nog even één practisch ding: ik ben òf eind April òf begin Mei | |
[pagina 516]
| |
voor een week uit Parijs weg. Waarschuw me dus als je denkt op te dagen, want het zou stom zijn als we elkaar misliepen. Over je gevangenistijd wil ik ook met je praten. En over je brochure tegen Stalin, die ik lezen zal met alle respect voor de politieke onvermijdelijkheden. En last not least, is het misschien het beste als ik je later de drukproeven stuur van L.C.H., voor de politieke vaktermen. (Ik vertaalde ‘unions’ door ‘bonden’; is dat goed? Over de rest vertrouw ik het nogal.) Hart. groeten, ook van mijn vrouw. EduP. |
|