Brieven. Deel 4. 2 januari 1933-30 april 1934
(1978)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd2025. Aan J. Greshoff: Parijs, 1 april 1934Parijs, Zondag. Beste Jan, Hierbij het door mij teruggetrokken panopje op Dr. Fischer. Après tout is het alleen maar een beetje aardig onder ons... Geheimschrift van J.v.N. ontvangen en met verrukking gelezen. Ik schrijf hem er nog over, of spreek erover als ik in Brussel kom. - Ik kan hoogstwschl. niet vóór den 6en. Schrijf Timmers dat dus. Het idee van die klok lijkt me subliem, zoowel uit een practisch als een moreel oogpunt. De vertaling hangt me hevig de keel uit, maar schiet op. Woensdag of Donderdag moet er een nieuw groot pak van naar Endt. Dan mag ik weer eventjes uitblazen. Mieltje Bron?Ga naar voetnoot1.... Merde. Qu'est-ce que tu veux que ça me foute? Lezen doe jij weinig. Maar ik doe lezen: nul. Behalve de rotzooi van de kranten; de detective-roman met heuzige personages van Paris-Soir en andere flauwekul. Wat een pest nu weer met die Locomotief!Ga naar voetnoot2. Heb je nu van daar fl.100. in de maand minder? Ik vind het nu al beroerd dat we je dus niet hier zullen zien; maar het vooruitzicht van de spoedige ontmoeting in Brussel troost me. Dag! Tot ziens, en hart. groeten aan allen, Je E.
Ga naar voetnoot3. Ik zie Larbaud hier Woensdag. Vraag aan Mme Torry ook Activités met mijn stuk erin. Het nr. is uit en ikzelf kreeg niet eens proef! |
|