Brieven. Deel 4. 2 januari 1933-30 april 1934
(1978)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd1971. Aan A.C. Willink: Parijs, 18 februari 1934Parijs, 18 Febr. Beste Carel, Van Kampen heeft weer geen prijzen kunnen noemen enz., zoodat de kogel door de kerk is en Querido nu het boek krijgt. Dat is één bericht. Tweede bericht is nog in de wolken, omdat ik Marsman over die omgewisselde bedgeneugten nog steeds schrijven moet naar het verre Spanje. Ik vind het zelfs een beetje pijnlijk om hem tot daar met deze Kring-smurrie na te loopen en wacht liever tot ik hem weer zie. Derde bericht: de revolutie - van rechts of van links - wordt in Parijs nog wel verwacht, maar lijkt voorshands weer bezworen. Wij hadden echter spannende dagen; alleen bleek het in Weenen opeens véél mooier te zijn! Vierde bericht: in afwachting van.... alles hebben wij met 1 Maart een nieuw woonoord gehuurd, waar wij weer wat ‘meubels van onszelf’ kunnen zetten (± de helft zal moeten worden verpatst) en waar wij zeker vrijer zullen zijn dan hier. Vanaf 1 Maart wordt ons adres dan: 17 bis rue Erlanger, Paris (16e). Tenslotte - maar dit is geen bericht -: bravo voor de manhaftige verwijdering - per uitvaging zooniet per uitknipping - van de ‘realistische’ schare bij je wassenpoppenterechtstelling.Ga naar voetnoot1. Het doek is nu zeker 10 × meer zichzelf geworden; ik snak ernaar het terug te zien. Zou je het niet kortweg en symbolischerwijs De Planken noemen? - de lezende heer die zoo sprekend op den acteur André Luguet lijkt, wordt dan de Jammeraar bij uitstek, die zijn verhaaltje van ‘het tooneel wordt ten doode gedoemd’, etc. afdraait. Ik vertaal mij een ongeluk aan dat boek van Malraux: de uitslag mag de moeite waard zijn, een prettig werk is het allerminst. Maar | |
[pagina 458]
| |
tegen dat de wereldhervorming een paar stappen verder gedaan heeft, zullen wij beiden misschien heel wat onaangenamer werkjes achter ons hebben, om er met trots of bitterheid over te gewagen tegenover ons problematische nakroost. Hartelijke groeten aan ‘Wim’ en ook Mama, en zeg aan deze laatste dat haar kroost-van-de-kring van uit de verte gezien meer ‘abruti’ lijkt dan ‘erg’. Dit wil niet zeggen dat jij in Amsterdam moet blijven als je bv. kans zou zien om naar Parijs te komen - of elders - want of je wilt of niet, het wonen daar maakt, geloof ik, toch dat je door het kotzenswürdige wordt overstelpt. Enfin.... ik zou ook liever in Constantinopel zitten of in Florence misschien; de keus hangt nu niet meer van ons af, tenzij we vrijmetselaar worden, wat zou je daarvan zeggen? Als collectiviteit is het eigenlijk toch zoo slecht niet; het heeft nog iets romantisch en mysterieus'. Maar... het schijnt dat het dan nòg alleen voordeelen oplevert, als je carrière wilt maken in de administraasje. Nogmaals groeten. Je E. |
|