Brieven. Deel 4. 2 januari 1933-30 april 1934
(1978)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd1950. Aan G.H. 's-Gravesande: Parijs, 1 februari 1934Parijs, 1 Febr. Beste Hein, Je hebt me weer geweldig goed geholpen! Ik wend me vandaag voor de variatie maar eens tot Menno. Daarna kom ik weer bij jou. Het lijstje voor Menno is maar kort. Ik hoop dat het voor jou ook kort zal zijn! Ik heb zoowat ¼ van het boek af. - Het hindert mij erg dat ik niets voor mijzelf kan doen. Byron krijg je sans faute. Het ex. ligt nog in een kist in de meubelbewaarplaats in Meudon. Zoodra we weer een nieuw appartement hebben - we zijn zoekende - en ik het uitgepakt heb, stuur ik het je, met Wanda Koopman, Kuyle en wschl. nog andere boeken waarover ik je nog consulteeren zal. | |
[pagina 438]
| |
Bep hoopt vurig dat OswaldGa naar voetnoot1. nog 31 januari geplaatst is. We zullen wel zien. - Vond je het artikel over die modepatsersGa naar voetnoot2. niet fraai? Wij kregen deze inlichtingen van een huisgenoote, wit-Russische inderdaad, gewezen verpleegster bij Denikin en WrangelGa naar voetnoot3. en in Gallipoli, die een tijd lang zelf mannequin geweest is bij Patou. Er is voor mij zoowat geen verschil tusschen ‘artiesten’ als Poiret en Patou, en als Jessner en Reinhardt; ze zijn bijna even stom en zeker precies even walgelijk. Ik hoop over 10 dagen verhuisd te zijn en opnieuw ‘geïnstalleerd’. Bescheiden blijft het wel, en de beroerdigheid is dat Bep dan weer voor de keuken opdraait. Enfin... Hartelijke groeten en nogmaals veel dank van je E.
Ga naar voetnoot4. Dank voor de Eng. juffrouw over Couperus.Ga naar voetnoot5. Ik had het al gelezen. Het is erg goed bedoeld en van den heer Toepoel wschl. ook; jammer dat het zoo erg simpel is. E. |
|