Brieven. Deel 4. 2 januari 1933-30 april 1934
(1978)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd1918. Aan J. Greshoff: Den Haag, 30 december 1933‘Het Wachtje’, Zaterdagavond. Beste Jan, Ik schrijf je in een stemming die aan zelfmoordplannen verwant is. Wat een rotland is dit; men kan beter begraven zijn dan hier wonen! - De berichten van de Bank, die ik je schreef, hebben mij ook niet fleuriger gemaakt.Ga naar voetnoot* Gisteren ging ik met Menno naar het tooneel en zag de christelijke zwendel - van de allergoedkoopste soort - getiteld Hannele's Hemelvaart (van Gerhard Hauptmann, | |
[pagina 413]
| |
vertaling Willem Kloos!) Menno schreef er niet erg lovend overGa naar voetnoot1., met het gevolg dat je vrind Van der Lugt direct Het Vaderland opgebeld heeft om te zeggen dat de N.R.C. het wèl prachtig gevonden had, maar dat Menno nooit iets mooi vond van zijn theater en wat dat nu moest, enz. Schilt heeft Menno verdedigd, maar.... Deze manieren zijn natuurlijk ganz richtig en je vrind Van der Lugt is een goede handelsman, alleen maar datte; maar als zoodanig dan toch ook een raspatser tegelijk, of lijkt ditje overdreven? Ik kots van al het gedoe dat ik weer gehoord en gezien heb in de ‘kunstwereld’.Ga naar voetnoot* Moge Danny Bolle het met mij probeeren in de boekenzaak! Het prettigste was ik samen met Pannekoek en met Kramers. Ook Henri Mayer was verteederend welgezind; maar sprak alleen nog wat veel over kunstbroeders. Misschien is de Van der Lugt-patserij geheim; spreek er dus niet over. Menno belde mij zooeven op en vertelde het en passant als een gebeurtenisje van dezen dag. Ik ben er misschien ‘voller’ van dan hij. Het stuk was beneden alles - zelfs beneden tooneelpeil. Zou er geen mogelijkheid zijn om een blad van tooneelrecensies te voorzien, zonder dat zulke factoren gelden? Ik vraag mij heusch meer en meer af wat er met mij gebeuren moet in een zoo verrotte samenleving, als ik er niet in slaag iets te vinden buiten alle gecombineer? Maar zelfs om boekjes te verkoopen moet men ‘de menschen te vriend houden’. Enfin, dat wil ik nog wel probeeren, als het niet anders kan. Ik kom Woensdagavond ± half 6 in Brussel. Haal mij niet af; ik kom wel bij je. Ik zal het een opluchting vinden weer in jullie sfeer te zitten! De rest dan maar mondeling. Veel hartelijks, ook aan Atie, van je E. Bep wil hier nog 2 dagen langer blijven en komt Vrijdag tegen half 1 om nog wat met jullie te zijn; 's avonds gaan we dan door naar Parijs. Ik blijf dus 2 nachten slapen (Woensdag en Donderdag). Wil je afspreken dat we Donderdagavond samen naar de T.V.'s gaan? Dit schrijfsel is het probeeren van een nieuwe vulpen, maar die gaat ook allesbehalve naar wensch. Het beste met je roman! |
|