Brieven. Deel 4. 2 januari 1933-30 april 1934
(1978)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd1883. Aan J. Greshoff: Le Roselier-en-Plérin, 26 november 1933Le Roselier, 26 November. Beste Jan, Ik zou vooral graag weten wat het adres van Arthur is. Heb je 1 ex. Nutt. Verzet voor hem ontvangen en het doorgestuurd? Heb je zelf je exemplaar? Ik heb van Menno nog steeds geen bericht. Van mijn kant heb ik hem nu geschreven dat ik aan Forum alleen nog maar zal medewerken als hij daarop aandringt en puur uit vriendschap voor hem.Ga naar voetnoot1. Het blad is mij verder ten eenenmale onsympathiek geworden, na dit gedoe met Gr. Ned. Ik zie Menno als de toekomstige dupe van al deze nieuwe heeren, die hem nu nog noodig hebben om met een tant soit | |
[pagina 387]
| |
peu Forum uit te komen, maar die hem binnen het jaar zullen overstemmen, wschl. eruit pesten om dan de boel zonder hem als het nieuwe Forum, het geregenereerde! voort te zetten. Ik ben toch liever niet méé dupe in zoo'n bedoening. Als Menno dus accoord gaat, ben ik met Januari a.s. compleet uit Forum. Het scheelt mij weer wat in mijn toch al poovere inkomsten, maar soit. - Aan mijn inkomsten heeft Menno in deze aangelegenheid, comme de juste, ook niet het eerst gedacht! Ik hoop dat er morgen of overmorgen een brief van je is met antwoord op mijn vragen. Ik schrijf je dan nog van hieruit. Schrijf jij na ontvangst dezes niet meer hierheen. In Parijs zou ik nu zoo spoedig mogelijk het volgende van je willen hooren: Beteekent de nieuwe combinatie tusschen Menno en Gr. Ned. nog steeds dat je in heel 1934 dus niets voor mij doen kunt in Gr. Ned., zooals je me schreef? Zoo ja, zeg het me dan ronduit, want dit is voor mij van het grootste belang. Zonder medewerking aan Forum '34 (wat ik hoop!) en aan Gr. Ned. '34 (wat ik nu vrees!) wordt het probleem voor mij niet meer hoe ik Ducroo afkrijg, maar hoe ik het kostgeld van Gille kan verdienen op een andere manier. De N.R.C. zou iets zijn, als hard werken daarvoor voldoende was. Maar met het niet-plaatsen door Vic wil dat niets zeggen. Dus.... Later, uit Parijs, en als deze kwestie opgelost is, over aangenamer dingen. Met hartelijke groeten, je E.
Voor het geval er met Gr. Ned. wèl iets te doen valt, wou ik graag dat je voor mij aan Coenen voorstelde: De Indische Ducroo (zooveel eenigszins mogelijk; als vervolgroman). Knippen en weer aanplakken doen jullie zelf wel. Een groot essay over den nieuwen roman in Holland en Vlaanderen. Wschl. in twee stukken. Ev. - maar dit als bijzaak - die herinneringen aan ‘modern Vlaanderen’, d.w.z. Antwerpen 1924-25. Lijkt je al het bovenstaande uitgesloten, zeg het dan zoo gauw mogelijk, opdat ik Jany de stukjes kan geven die hij hebben wil en me verder zien te redden. Schrijf nu niet meer dit of dat, maar: ‘Ik heb Coenen geschreven en Coenen zegt:’ - of: ‘Ik hoef Coenen niet meer te schrijven, er gebeurt toch niets van’. Nogmaals dank bij voorbaat. | |
[pagina 388]
| |
Niet meer hierheen: we gaan misschien een dag vroeger weg. Bovendien heb je dan tot 1 Dec. den tijd om de zaak rustiger te beschouwen of te behandelen. |
|