Brieven. Deel 4. 2 januari 1933-30 april 1934
(1978)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd1844. Aan A. Roland Holst: Le Roselier-en-PlérinGa naar voetnoot1., 26 oktober 1933Donderdag 26 Oct. Beste Jany, Dank voor je brief. Ik hoop dat Menno je nu spoedig de copy van Ducroo stuurt; schrijf hem anders een briefkaart. Ik reken er ongeveer op dat Nijhoff bij zijn meening blijftGa naar voetnoot2., niet om vijandige maar om aesthetische redenen. Menno is er verrukt van; Hennie, die andere stukken ‘superieur’ vond, schijnt op dit Indische deel te reageeren met afschuw, hij vindt het onleesbaar, vervelend, een inventaris. Ik ga nu maar rustig door. Ik heb nooit zoo de overtuiging gehad dat wat ik schreef voor mijzelf noodig was, en dat geen enkele opinie mij aan het wankelen brengt; het is mij ditmaal werkelijk totaal om het even of Holland mijn boek ‘goed’ vindt of niet. Als het rotzooi lijkt, dan moet het maar als rotzooi de wereld in. Als ‘compositie’ zal het achteraf wel naar nix lijken, ook best. Maar met dat al ben ik hier nog niet tot werken gekomen - niet uit onzekerheid of armoede, maar door het nieuwe décor waar ik nog aan wennen moet. Het is hier ook nogal koud; soms veel zon, maar soms | |
[pagina 345]
| |
guur en winderig. Bep rust heerlijk uit. Denk erom dat je niet over haar hier-zijn praat, want officieel is ze vooral in Parijs, en komt maar af-en-toe hier. Forum zal inderdaad na December ophouden te bestaan. Verdere plannen zijn er vele; te vele om je allemaal te vertellen - laat ons maar afwachten wat ervan wordt. Menno is een druk gesolliciteerd (en solliciteerend) persoon, dat is het duidelijkste van alles voor mij, in deze historie. - Ik kan mij voorstellen dat je van het redacteurschap genoeg hebt, maar één ding is tegen weggaan: voor een behoorlijk mensch komt misschien een geborneerde smakker in de plaats. Als Buning jou vervangt is het voor De Gids misschien ongeveer even goed - niet voor mij, om maar iemand te noemen. Maar wat doet dat ertoe? Ik hoop dat het uitstapje naar Brussel je goed heeft gedaan en dat de reis met Minnie en MiekGa naar voetnoot3. op zichzelf een genot was. Waar werk je aan? Verzen? Heb jij ook net als ik het gevoel dat we, in dezen tijd, eigenlijk beter zouden doen met heel wat anders te plegen dan literatuur; dat over een jaar misschien alles weer overstroomd is door de infaamste horden, door vechtende schobbejakken de part et d'autre, waar wij werkelijk niets mee te maken hebben? Wij - en jij nog meer dan ik - zijn zeker in een verkeerde tijd geboren. Ik laat het hierbij, vooral omdat ik moe ben. Ik zou je anders wel graag een paar dagen hier hebben. Het hotel zou je bevallen, het is heelemaal een oud huis in jouw trant, de zee is ook mooi, erg veranderlijk van kleur, niet eeuwig blauw, maar soms toch ook precies als de Middellandsche Zee, bijwijze van grap! Het eten is voortreffelijk, en zoo overvloedig dat we beiden denken als ballonnen van hier af te reizen. Veel hartelijks, ook van Bep, je E.
Heb je het boek van Edwin Erich Dwinger in 3 dln. gelezen: Zwischen Weiss und RotGa naar voetnoot4. enz? Daar is La Condition Humaine een rozerood verhaaltje bij. En Ernst von Salomon, Die Geächteten? Dàt is de literatuur van deze verrukkelijke tijd. En zoo'n brave Mauriac die toch maar rustig zijn romannetje per jaar legt... |
|