Brieven. Deel 4. 2 januari 1933-30 april 1934
(1978)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd1811. Aan J. van Nijlen: Bellevue, 29 september 1933Bellevue, 29 Sept. ('s avonds). Beste Jan van Nijlen, Dank voor de ontvangen paperassen. Zeg mij wat ik je ervoor schuldig ben. Ik keek alles vandaag nog na, met het gevolg dat ik ziek ben van Indische herinneringen. Waren ze voor jou nog goed? of wordt het zoetjes-aan vervelend? | |
[pagina 324]
| |
Je hebt nu hoofdstuk 18 en 19 nog, meen ik. Laat de juffrouw ze maar gauw doen. Als ik alles hier terug heb, kan ik het beter overzien. Ik wil nu toch gauw met die boel uitscheiden; mijn belangstelling gaat voortdurend naar andere dingen: Ducroo wel, maar niet Indië. Ik moet nog één hoofdstuk kindertijd doen (tot ± 16 jaar); dan 2 hoofdstukken van 17 t/m 21. Of dit zoo aardig zal zijn, weet ik niet. Schrijf me eens je indrukken. Is het laatste hoofdstuk over de Zandbaai bijv. (18)Ga naar voetnoot1. nog even de moeite waard? Ik voor mij vind het misschien een van de beste. Maar een ander? Jan Gr. heeft blijkbaar geen tijd gevonden om iets, wat dan ook, te lezen. Ik kan het mij voorstellen, met zijn bezigheden! Dat hij niet met een chronische kater van letterteekens rondloopt is überhaupt al te bewondereren. Laat eens wat hooren, ook hoe het ermee gaat. Is Sophie nu goed? En de anderen? Wij gaan 14 October van hier, wschl. naar Saint Brieuc. Bep kijkt in Parijs voortdurend naar appartementen. Maar daar vooral is het moeilijk om iets goeds èn goedkoops te vinden. Goedkoop en afschuwelijk bij hoopen! Hartelijk gegroet door ons beiden en nogmaals dank. Je E.
P.S. - Jan zal je verteld hebben dat Forum volgend jaar zal overlijden, ondanks een Vlaamsche poging van Maurice, die even veel goeds scheen te bevatten, maar tenslotte de Urbaverig bleek te zijn. |
|