Brieven. Deel 4. 2 januari 1933-30 april 1934
(1978)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd1763. Aan H. Marsman: Bellevue, 10 september 1933Bellevue, 10 Sept. Beste Henny, Al die titels vind ik beroerd.Ga naar voetnoot* Porta Nigra is nog het beste. Maar het geeft jou niet weer, vind ik. Op zichzelf wel ‘pakkend’. | |
[pagina 282]
| |
Las je het stukje van Vic over mijn ‘brief over de planken’? Treurig, treurig. - Zooiets geeft mij een misselijk smaakje. Die appreciatie van Vic voor alles wat mak is, en daarbij dan ‘subtiel’! Na deze reactie vergeleken met die van toen, na mijn revolutiestukken, heb ik ook hem geklasseerd, en het staat nu voor mij vast: met alles wat men Menno verwijten kan, is Menno's intelligentie absoluut superieur, van een moediger, genereuzer aard, niet alleen zuiver in het nawegen en bepalen, maar met den drang althans zelf dingen naar voren te brengen. Vic's intelligentie is zuiver passief: heb je ooit iets van hem gelezen dat op eigen pooten naar voren kwam? Ik nooit. Ceci est à considérer. Ik heb 100 × liever iemand die werkelijk zoekt en zich vergist - ook qua intelligentieGa naar voetnoot* - dan iemand die zich vol respect voor de eigen feitenkennis daarin terugtrekt en wat anderen naar voren brengen daaraan toetst met het bête superieure lachje van den specialist. Het mooiste van alles - maar dit in het komische - is zijn stommiteit over Mayerhold met een a. Die naam wordt misschien in Holland altijd met een e geschreven (of in de N.R.C.) maar de halve buitenlandsche kritiek schrijft hem met a, en bovendien is hier van een keuze in spelling sprake en niet van een fout. Maar dezelfde schoolmeester zet een paar regels erboven: Kathleen Mansfield, wat mij in het gegeven geval amuseert (ik had het anders werkelijk niet gezien!) Ingesloten het stukje van Vic en 2 blzn. die ik in De Smalle Mensch achter het ‘stuk van de planken’ zal zetten, met het gevoel dat ik nu ook met hem heb afgerekend. Het spijt me. Ik heb hem geschreven over ‘Kathleen’. Stuur me de 2 blzn. terug en het fraaie stukje ook maar. De streepen daarin zijn niet van mij, maar van den braven Henri Mayer die het mij zondGa naar voetnoot** en die, niet wetende dat het van Vic was (anders was zijn respect misschien in werking getreden!) erbij schreef: ‘Die mijnheer lijkt mij niet met de gave des onderscheids bedeeld’. Jawel; maar het is de gave des onderscheids des kunstrubriekchefs!
* * * | |
[pagina 283]
| |
O, vóór je bundelt: zou je nu heusch niet JoffreGa naar voetnoot1. er toch maar in doen? Het zou mij spijten als je hem wegliet! En wat doet het ertoe? het is toch een gedicht van je, en het heeft zeker veel goeds; het breekt ook de een of andere ‘lijn’ in je 2e productie, het heeft een sterk eigen kleur tusschen de andere kleuren en kleurtjes. - Ik zou nòg blijer zijn als je het korte gedicht met de ‘vuren lach’ en de ‘opalen dag’Ga naar voetnoot2. in de afdeelding wou zetten die aan mij is opgedragen; dit gedichtje mis ik nl. met smart. Het is een uitstekend gedicht, geloof mij daar dan maar op. En Lex Barbarorum is toch ook oud, dus voor de chronologie hoef je het niet weg te houden. Doe het alsjeblieft. Hartelijke groeten, ook aan Rien, van je E.
P.S. Dank voor briefkaart. Bep zeer blij dat zij gelijk heeft. B. vindt Porta Nigra een mooie titel, waarom niet voor alles? Dont acte. B. vindt mijn onderscheid tusschen Angèle's dood gezien door v.d.M. en door Charles niets te subtiel, erg goed en zegt dat zulke kleine vondstjes den ‘romancier’ teekenen. Et v'là!
Ik wil ook graag weten wat jij van mijn plankenstuk denkt. Misschien vind je het ook wel infaam! |
|