Brieven. Deel 4. 2 januari 1933-30 april 1934
(1978)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd1760. Briefkaart aan J. Greshoff: Bellevue, 8 september 19338 Sept. Beste Jan, Als de juffrouw er nu eenmaal mee bezig is, laat ze dan maar doorgaan. Maar wel: zoo gauw mogelijk! Maurice kan van Zijlstra gedaan krijgen dat hij J.v.N. uitgeeft, mits met toestemming van de andere uitgevers. Die toestemming moet nu komen! Het schijnt dat J.v.N. huiverig is om het te vragen aan Sander. Maurice en ik zullen het S. nu vragen; wil jij Stenfert Kroese vragen, als die nog rechten heeft op die enkele exx. van Aangezicht der Aarde? Spreek er met J.v.N. over. Pranzini nog niet gelezen. Wil je Angèle Manteau vragen om mij vooral een Holl. ex. van Een Voorbereiding te zenden, als dat er nog is. S. schreef het haar, maar laat zij erg goed zoeken. Ik heb het mijne verpest en ben er erg ongelukkig om. Je schreef niets over mijn plankenstuk.Ga naar voetnoot1. Vic wel: een nogal bête | |
[pagina 281]
| |
kunst-redacteuren-smoesje. ZEd. wordt inderdaad door de ‘positie’ aangetast. En die mop over ‘Mayerhold’ met een a; de heele Duitsche en Fransche kritiek schrijft het met een a! wat dondert het of de Hollandsche transcriptie het gemeyer met een e verkiest? Ik heb hem hierover geschreven. Hart. gr. van je E. |
|