Brieven. Deel 4. 2 januari 1933-30 april 1934

1754. Briefkaart aan J. Greshoff: Bellevue, 5 september 1933

Bellevue, Dinsdag.

B.J. - Ik pees weer door Ducroo, en lees daarnaast Brulard en Nietzsche door elkaar. Zal het een goede combinatie geven? - Stuur je me vooral onze beeltenis vóór Diderot,^1. als die een beetje gelukt is? - Ik wou graag het boek over N, door Halévy^2. houden, niet omdat het goed is, maar omdat het de eenige zuivere biographie alleen is die ik ken. Koop het dus terug, dan hoef ik het niet te zenden; het geld ervoor krijg je dan in een brief. (Calmann-Lévy, uitgever.) Of wil je Pranzini ervoor in de plaats? Of het 2^e deel van de prinses,^3. als je dat toch moet hebben?

Daarnet je brief: ik sta versteld en ontzet, en Bep itou, over je briefschrijverscapaciteit. Weet je zeker dat je nog niet gek bent? Af en toe zou ik dat toch even laten onderzoeken! Ik zou het al 48 × geworden zijn.

Ik schreef Van K. nog om mij eerst te zeggen wat hij mij dacht te geven voor Ducroo. Ik schiet weer reusachtig aan dit werk op; er liggen nu weer 41 blzn. klaar; d.i. sinds de laatste run 125 blzn. En ik schrijf nu geregeld verder. De herinneringen gaan natuurlijk gesmeerd.

Dank voor het gedane en laat gauw eens wat beters hooren, vooral over jezelf. Hart. gr. v.h. tot h.

Je E.

1. O.a. afgedrukt in 's-Gravesande, E. du Perron, p. 160-161.

2. Daniel Halévy, La vie de F. Nietzsche. Paris 1909.

3. La princesse de Clèves van Mme de La Fayette.