Brieven. Deel 4. 2 januari 1933-30 april 1934
(1978)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd1716. Aan J. Greshoff: Bellevue, 4 augustus 1933Bellevue, Vrijdagavond. Beste Jan, Hieronder copy van mijn briefkaart aan Sander,Ga naar voetnoot1. die gelijk hiermee de deur uitgaat. Aangezien ik er geen andere had, kreeg hij een ‘ansicht’ met het edele terras van Meudon! - mijn bedoeling was overigens niet hem hiermee te verpletteren, als de tekst krachteloos blijkt. De tekst luidt aldus: ‘B.S. - Ik heb zeer genoten van je beleedigde waardigheid à la Oud-Maastreech. Lijkt het je niet beter om zoo gauw je kunt de verrekening tusschen ons op te maken, en het er verder maar bij te laten? Of wil je eerst je eigen brief terughebben, ter bestudeering van deszelfs chic? E.'
Het gekke is dat wij gisteravond een heel gesprek over Sander hadden met de Buckland Wrights. Zij hebben hem even goed door als wij, en toch hebben zij hetzelfde gevoel van eigenlijk toch nooit kwaad op hem te zijn. Misschien is hij te week of te nullig, of hebben | |||
[pagina 246]
| |||
we andere redenen tot verteedering. Maar dat het in wezen een ‘huisknecht’ is, met al het ploertige en het laffe dat aan die qualificatie vast zit, is zeker, en jij betwijfelt dat minder dan ik. Waarom gaan wij dan met Sander om? vraagt Bep terecht. Sterker: ik weet dat hij een rotvent van top tot teen zal zijn als hij ooit rijk wordt, een vent om alleen nog maar tegen te pissen, zooals mijn oom Jan de generaalGa naar voetnoot2. het formuleerde, en toch wensch ik hem van ganscher harte toe dat hij prachtige zaken maakt en rijk wordt. Bep noemt dit ‘magie’, maar het woord lijkt me véél te positief voor het individu in kwestie! Ik denk heel gemakkelijk (in principe) dat Sander barsten kan; en sterker: hij heeft nooit ook maar even voor mij geteld; maar ik kan niet echt kwaad op hem zijn. Kan jij mij dat verklaren? Is dat omdat wij hem a priori op juiste waarde geschat hebben? Maar dan blijft de vraag van kracht: waarom gaan wij met hem om? Waarom riskeer jij een ruzie met Slauerhoff om deze vent-van-nix? Ik wacht af wat hij doen zal: is hij echt boos en loopt het af, dan is het best. Draait hij bij en zegt hij dat ik verkeerd begrepen heb, dan geloof ik waarachtig dat ik nog in staat ben om dat ook goed te vinden. Misschien ligt alles in de ongerijmdheid om een oester te behandelen als kreeft. Herman schreef mij of ik alsjeblieft die 2000 frs. wou betalen. Ik heb hem nu gevraagd om te wachten tot October of eind van het jaar. Prettige post! - Simone is verhuisd naar no. 5 rue Wappers, op 2 kamertjes voor 200 frs. Zij heeft het er erg zielig natuurlijk, kan absoluut geen werk vinden, en vindt het beroerd zonder Gille. Ik heb erg met haar te doen, maar beperk mij in mijn brieven: het helpt toch niets, en de manier waarop zij mij in deze omstandigheden geschreven heeft, nadat ik haar alles precies had uitgelegd, was ‘begrijpelijk’ als je wilt, maar daarom niet minder ‘dun’. Wat een rotzooi, Jan, en wanneer zal ik eindelijk in andere omstandigheden leven? De Ducroo's worden geschreven ten koste van een flink stuk van jezelf. Hart. groeten van Je E.
Vrienden van mij (revue générale):
| |||
[pagina 247]
| |||
Het is een raar iets, en de waarden wisselen! |
|