Brieven. Deel 4. 2 januari 1933-30 april 1934
(1978)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd1698. Briefkaart aan A.A.M. Stols: Bellevue, 22 juli 1933Bellevue, 22 Juli. Beste Sander, Jammer voor die arme Maurits dat Greet en jij zóó vies van hem geworden zijn! Voor J.v.N. en mij is hij zeker gelijkwaardig aan Elsschot (zijn middelen zijn naïever, zijn ‘wereld’ is grooter). Hij is wat je noemt een Indisch ‘pessimist’; verheven is zijn literatuur inderdaad niet, maar een bizonder goed verteller is hij wel - althans zoo vinden hem, behalve J.v.N. en ik, Van Deyssel, alle menschen die zijn werken verslonden hebben, Greshoff, Van Schendel, Prof. Gerard Brom, die een echte katholiek is, Henri Borel zelfs!, en last not least Bep. Maar misschien is jullie reactie toch de juiste, en zou hij nu geen lezers meer hebben.... wie weet. Zend mij de boeken maar terug; ik zou ze niet graag missen. Je bezwaren tegen het gevalGa naar voetnoot1. (‘onzinnig’) gaan werkelijk bewijsbaar niet op; deze gevallen gaan zoo (althans gingen) en de juiste kijk van M. is dat hij er het mysterieuze gedoe van afgedaan heeft (in tegenst. met Couperus, Stille Kracht) en de boel tot wat flauwekul + vergif heeft teruggebracht. - Hart. groeten, ook aan Greet, van je E. |
|