1649. Briefkaart aan H. Marsman: Bellevue, 14 juni 1933
Bellevue, Woensdagav.
Beste Henny,
Als ik in Holl. was zou ik met Menno zijn gaan spreken, per corresp. geef ik het op. Het is daarom uitstekend dat je het zelf mondeling gaat behandelen. Maar je vergist je in de toedracht van de zaak; d.w.z. je vergeet dat ik, doordat ik in Parijs zit, de zaken niet in vergaderingen kan afdoen en dus alles per brief gaat. Van Roelants weet ik dus niets dan dat hij integraal tegen is - en bleef. Ik schrijf hem nooit, en kreeg zijn advies van Bouws. Menno's idee om een fragment te nemen kwam dus practisch hierop neer, dat hij (M.) voor dat ééne fragment zou stemmen, waardoor wij 2 stemmen hadden tegen 1. Alles hangt dus van Menno af, en het misverstand over de lengte van het fragment speelt zich ook af met hem alleen. Praat de zaak dus met hem uit, en stel je ultimatum mondeling, dat lijkt mij in ieder opzicht beter. - Nu over je komst. Ik kan onmogelijk iets vooruit afspreken, omdat ik niet weet waar wij zelf aan toe zijn. Gaan de zaken met Pia mis (wat best kan!) dan zijn we in den aap gelogeerd en moeten ons blauw schrijven of God weet wat doen, of vóór October al van hier opbreken en misschien naar Holland gaan. Het spant èrg, op het oogenblik. Ik zal je schrijven, als er wat uitzicht komt. Hart. gr. van
je E.