Brieven. Deel 4. 2 januari 1933-30 april 1934
(1978)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd1630. Aan G.H. 's-Gravesande: Bellevue, 2 en 3 juni 1933Bellevue, Vrijdag 2 Juni. ('s avonds) Beste 's Gravesande, Hartelijk dank voor je snelle antwoord. Ik vond het hier toen ik uit Brussel terugkwam. Wij zullen nu wachten of B.B.Ga naar voetnoot1. werkelijk schrijft. Is er morgen nog geen brief, dan verzend ik dit schrijven. Wil jij mij dan omgaand opgeven: | |||||
[pagina 176]
| |||||
Verder maken wij ons ongerust dat er weer eens een brief ‘weggeraakt’ is voor Het Vaderland. Mijn vrouw zond nl. al vrij lang geleden een brief over de Foire de Paris,Ga naar voetnoot3. die nog steeds niet geplaatst is. Daarna één over Napoléon van St. Georges de Bouhelier.Ga naar voetnoot4. Die 1e brief is van ± 20 Mei. Kan je even informeeren? Ik zag in Brussel, bij Jan, een ontzettend geleerd-uitziend stuk van je in het Tsjechisch,Ga naar voetnoot5. met enorme verbuigingen: Greshoffovi en Greshoffovem en Rolanda Holsta en zoo meer. Verder een portret van jou, dat zeer goed leek, maar waarop je iets had van een overste. Morgen meer, als de post geweest is. Zaterdag. B.G. Daar er nòch een brief is van B. Brouwer, noch een bewijsnr. van Het Vaderland, verzend ik dit maar. Zal ik nu alle brieven die niet speciaal voor jouw rubriek zijn aangeteekend moeten verzenden? Zulke toestanden zijn toch onuitstaanbaar! |
|