Brieven. Deel 4. 2 januari 1933-30 april 1934
(1978)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd1617. Aan J. van Nijlen: Bellevue, 20 mei 1933Bellevue, Zaterdag. Beste Jan, Heb je het portret van Malraux gekregen dat ik je zond? - Gelijk hiermee gaan de 2 boeken terug. Van Langendonk viel me niet mee; moet een jeugdliefde van je zijn, als Perk van mij; jouw verzen komen er misschien ook een beetje uit voort, tenminste de vroegere, maar in Naar het Geluk en zelfs in Het Licht staan al gedichten, die beter zijn dan het beste uit Van L. Het is soms ook wel erg ouderwetsch, en zoo zwak meestal. AzaïsGa naar voetnoot1. viel me ook tegen; de man zegt soms toch wel erge domme dingen. Maar op andere momenten is hij grappig, en zeker 10 × beter dan een Giraudoux. Maar dat geleuter over Racine en Molière, over Bainville ook, is wat ontmoedigend. Het is allesbehalve een ‘vrije geest’. Het is merkwaardig dat in dit opzicht zoo iemand als Thierry Maulnier zich zoo goed redt. Je moet hem heusch lezen. (La Crise est dans L'Homme - misschien heeft Jan het wel.) Van Jan, ingesloten, een polemiek die ik nu eens totaal overbodig vind, met Borel! Na lezing in de prullemand. Dat idee van ‘de jongere schrijvers tegen Borel’. De kwibus bestààt niet, dan om af en toe tegen te pissen. Ik ben ziek van al dit gedoe, vooral tegen zulk volk en in een blad als Het Vaderland (vooral dit laatste geeft den doorslag.) Heb je L'Auberge de l'Abime gekregen? Ook niet veel aan. En wat nieuws verder? Timmers Verhoeven is hier, komt straks bij ons; ik kom wschl. eerst tegen den 31en of 1en in Br. Hartelijke groeten, ook aan de jouwen en van Bep. Je E.
P.S. - Stuur je me je bespreking van La Cond. Humaine?Ga naar voetnoot2. Ik vroeg Sander je Tegenonderzoek te zenden; heeft hij dat gedaan? |
|