Brieven. Deel 4. 2 januari 1933-30 april 1934
(1978)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 154]
| |
1606. Aan G.H. 's-Gravesande: Bellevue, 11 mei 1933Bellevue, Donderdag Beste 's Gravesande, In haast antwoord ik op je brief. Inderdaad heb ik me de noodige ‘moeiten’ getroost voor Coster. Het is voor mij ook een totaal afgedane historie, goddank. Het bezadigd-philosofeerende stukje van Ritter las ik. Er zal nog wel wat anders loskomen, van bleeke Theun de Vries en andere satellieten. (Enfin, die arme Coster!) Dank voor gezonden krant, en als je wat ziet.... Mijn vrouw heeft wèl je brief ontvangen, maar begreep toen al niet waarom je haar verontschuldigingen maken moest. Ze laat je zeggen dat je ‘een potje bij haar breken’ kunt; ze vindt je de vriendelijkheid zelf. Ze is niet meer naar die Francerie gegaan, omdat het toen al te oud was. Wil je binnenkort weer een tooneelstuk ‘verslagen’ hebben? Er is een nieuwigheidje op dat gebied, van André Obey, getiteld Loire.Ga naar voetnoot1. Groot succes. Bothenius Brouwer zou fl. 25. per brief betaald hebben. Wij zonden 3 brieven, van 1 alleen kwam een bewijsnummer. Sindsdien heeft mijn vrouw hem 2× geschreven, maar hij geeft nu heelemaal geen antwoord. Vreemde manieren. Wat is het eigenlijk voor een idioot? Slauerhoff is allang weer varende en zit nu zeker ergens in Liberia. Je zult hem dus wel niet te pakken krijgen voor hij weer thuis is! Die besprekingen in de Nwe Arnh. Crt. stuurt hij zeker over de post en vanaf zijn vaartuig. Ik denk wel dat Marsman tot een interview over te halen is; je kunt het hem voorstellen uit mijn naam. Maar in D.G.W. hééft indertijd een interview met hem gestaan; ik meen door Den Doolaard. Is dit geen bezwaar? Boeken koopen ‘kan en mag’ ik ook niet meer, eilaas! Hartelijke groeten van je EdP. |
|