1583. Aan H. Marsman: Bellevue, 25 april 1933
Bellevue, Dinsdag.
Beste Henny,
Ik schrijf je in haast. - Die detailkritiek moet je nu niet zóó ontmoedigen. Ik heb de wijsheid niet in pacht, en bovendien, met zulke dingen staat of valt je boek niet. Het is het onaangename van deze correspondentie-methode dat je de boel niet kunt bepraten in iedere nuance.
Ik vind het best als je komt, maar als je hier logeert, zal je je erg moeten behelpen. Daarom is Galliéni misschien beter; voor 4 dagen scheelt dat niet zooveel; je komt dan wel hier eten. Maar je kùnt hier ook op de sofa, als je dat wilt. Ik moet je alleen zeggen dat ik met den besten wil niet den heelen dag vrij kan zijn; niet voor mijzelf maar omdat ik nu aan het werk ben met Pia en dit ‘om den broode’ gaat.
Bovendien zou ik je vragen niet den 5en te komen, maar tusschen 10 en 15. Jan v. Nijlen is hier (bij de Van Schendels) vanaf 6 Mei en blijft vier dagen. Hij is van vóór den oorlog niet meer in Parijs geweest en stelt er zich enorm veel van voor; de Van S. 's en wij moeten dus wel veel met hem optrekken en dit is al maanden geleden uitgemaakt. Hij en jij tegelijk zou voor mij te veel zijn, en voor òns te weinig.
Van naar Holland of zelfs naar Brussel gaan vooreerst geen sprake.
Vóór den 10en heb ik hier ook dien heer Timmers Verhoeven, die in Brussel zoo ongelooflijk aardig voor mijn belangen opkomt. Hij heeft den indruk nu, dat èn de advocaat èn de notarissen onder één hoedje spelen en dat ik in handen van een ploertenzoodje ben. Ik