Brieven. Deel 4. 2 januari 1933-30 april 1934
(1978)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd1572. Aan H. Marsman: Bellevue, 20 (donderdag) april 1933Bellevue, Woensdagnacht. Beste Henny, Gelijk hiermee zend ik je de hfdstn. van Angèle terug. Ik heb er niets aan kunnen doen, en zal er vooreerst ook wel niet toe komen; misschien later, als ik mijn draai gevonden heb met het werk met Pia.Ga naar voetnoot1. Te lang om je uit te leggen. Ik moet enorm wennen, en kom tot niets meer. Ook Ducroo ligt te rotten, of beter te worden, zooals je wilt. Ik moet tot Augustus buiten alle literatuur leven, of ik word idioot. Trouwens, met het geld dat nu per se gevonden moet worden en de rotzooi van alle kanten, is uitkomst noodig, en er zijn maar 2 kansen: het werk met Pia of de verkoop van Gistoux. Ik zou je nog wel meer kunnen vertellen, maar ben te moe en te beroerd. Als alles in Juli beter gaat, schrijf ik weer en hervatten we de literatuur. Nu heb ik maar één drang: ‘er uit’ te komen,Ga naar voetnoot* om mij zoo compleet mogelijk in te stellen op werk met één doel: geld te verdienen. In Augustus moet ik absoluut weten waar ik aan toe ben, althans met Pia. Spreek hier liever niet over. Het is allemaal zoo erg niet, maar ik ben soms wel erg slingerend tusschen mijn behoefte om mij in het | |
[pagina 125]
| |
gareel te dwingen en om ertegen te rebelleeren, hoe dan ook. En dit laatste is idioot, en het manifesteert zich pas in mij als ik weer eens bedriegelijk mij ‘toch nog wel vrij’ heb gevoeld. Ik zit erin; en voorloopig blijft het een rotzooi; en later... dat moeten we zien. Verder dan Augustus denk ik maar niet - of het zou October moeten zijn, omdat we dan uit deze bedrieglijke lieflijkheid moèten - God weet waarheen. (Ook dàt hoop ik in Augustus al beter te zien.) Misschien kom jij in Augustus hierheen? Wij kunnen beter één avond praten, dan al deze vermoeiende brieven schrijven, en eigenlijk telkens overbeginnen. Als je echt aan Malraux begint, verslind je het, denk ik. Het boek (La C. Hum.) is veel vlotter geschreven dan bv. La Voie Royale, en m.i. èn aangrijpend èn boeiend. Dominique is een erg mooierig, delicaterig, grauwachtig, eigenlijk stomvervelend verhaal, en nogal onbeduidend ook. Maar erg delicaterig ‘verheven’, misschien wel in dezelfde sfeer als Le Bal du Comte d'Orgel, of de een of andere ‘pure’ Mauriac. Misschien vind jij het wel mooi. Het is een van die ‘klassieken’ die je gelezen moet hebben althans. Maar misschien spuug je er ook van. Van der Meulen is een beste vent, maar een reuze-ouwehoer. Het kan aan mij liggen, maar ik vind hem ook werkelijk nogal dom. Overigens veel ‘waardeering’ verdienend, daar niet van. Ik zond hem Tegenonderzoek. Later meer. Hartelijke groeten van je E.
P.S. - Ik schrijf je dit in den nacht, na een soort administratie beproefd te hebben ten opzichte van mijn tijd en werk. Neem dit alles dus niet dramatisch op, maar toch: ‘dit uur is lucide’, mogen we aannemen.
P.S. Ik had gedacht met Ducroo geld te verdienen. Van Kampen stelde mij in uitzicht: fl. 350.- Voor een boek van 400 blzn., dat ik maar ééns schrijven kan - het heeft mijn ijver geremd. Dan maar op een andere manier. |
|