Brieven. Deel 4. 2 januari 1933-30 april 1934
(1978)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd1570. Aan J. van Nijlen: Bellevue, 19 april 1933Bellevue, 19 April. Beste Jan, Arthur zal je schrijven. Hoogstwschl. is hij 6 Mei weer hier terug. Houd je dààrop dus voorbereid. Dank voor de kritiek. De titel zal ik veranderen. Ook de naam Ducroo eruit. De ‘genealogie’ zal ik bekorten. Wschl. ook het gesprek met Eva, dat inderdaad meer tot zijn recht komt zonder het (halve) duplicaat met Heverlé erachter. Kan je je juffrouw vragen mij spoedig de boel terug te zenden - of aan jou te geven? Zeg mij dan wat het kosten moet. In 2 exx. - Ik heb die tekst toch wel hier noodig, om er behoorlijk mee voort te gaan, merk ik. Wat een pest, die eeuwige afslag! Wij hebben hoogstwschl. de brieven voor Het Vaderland opgegeven, om een dergelijke reden. | |
[pagina 123]
| |
We zullen moeten verhongeren, als het zoo doorgaat. Ik ben vandaag wat beroerd: duizelig, misselijk - enfin, toch geen zwangerschap. Het doet ons beiden plezier te lezen dat het Sophie althans goed gaat. Gille heeft roodvonk gehad, maar gaat nu weer uit. Jany komt 26 April in Brussel, en 27 hier. Hij logeert bij Jan (één avond);je kunt hem dus misschien nog zien, voor hij hier komt - en bv. een deel van het typsel meegeven, wat porto uitspaart. Verder ... o, verder zooals het gaat. Vooreerst nog best houdbaar, in afwachting van alle catastrophen in de toekomst. Ik zal blij zijn je hier te zien en je rond te voeren ‘doorheen’ Parijs, zooveel het maar kan. Hartelijks voor allen, ook van Bep, de hand van je E.
P.S. - Ik zag onlangs Fernand Fleuret. Hij lijkt werkelijk sterk op jou, maar hij heeft een roodachtige baard - om een operatie aan de kaak te verstoppen, maar het staat niet zoo erg mooi; blauw verven zou beter zijn.
P.P.S. Ik ben kotsensvol van Henry de Monfreid, wiens 3 deelen = 900 blzn. ik achter elkaar las voor een groot artikel in de N.R.C., dat nu goddank de deur uit is!Ga naar voetnoot1. |
|