Brieven. Deel 4. 2 januari 1933-30 april 1934
(1978)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd1566. Aan J. Greshoff: Bellevue, 17 april 1933Beste Jan, Ingesloten onze correspondentie met den braven Schilt - nadat hij gelogen had (en op een droog toontje) dat het stuk over Falcon nooit aangekomen was! Ik schreef daarover persoonlijk aan Pannekoek, wiens schrijven hierbij gaat. De rest bestaat uit: antwoord van Bep aan Schilt; antwoord van Schilt (veel beleefder nu!); laatste antwoord van deze kant. Daar zal het dan wel mee afgeloopen zijn, - in Godsnaam dan maar. En nu, beste Jan, herhaal ik mijn opinie van vroeger: Schilt mag een brave brave man zijn, maar het is een karakterloos heer, om welke reden dan ook. Zooals ik aan Pannekoek schreef: mijn leven zal verder wel bestaan uit ontmoetingen met schavuiten zonder eenige allure en met brave lieden zonder karakter, ‘om den broode’ of om iets anders, qu'importe. En ik begin mijzelf af te vragen wanneer ik zelf tot een van deze twee categorieën behooren zal! Stuur me de brieven omgaand terug. Hartelijks van ons beî, ook voor Athie, steeds je E. Bellevue, Maandag.
P.S. Ik schreef vanmorgen een poëtische brief Aan Ambrosia,Ga naar voetnoot1. over Tuin van Eros van Jan Engelman. Voor Forum bestemd. Laat eens hooren wat je zelf uitvoert. Komt de juffrouw van J.v.N. klaar met mijn MS.? |
|