Brieven. Deel 4. 2 januari 1933-30 april 1934
(1978)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd1558. Aan H. Marsman: Bellevue, 13 april 1933Bellevue, Dinsdag. Beste Henny, Bep beweert dat Angèle een ‘allumeuse’ moet zijn, en vraagt wàt die arme Charles dan toch gedaan heeft om spijt te moeten hebben aan haar sterfbed (of berouw). Ik kon haar niet antwoorden. Mijn sterkste bezwaar tegen Charles is, dat hij zoo mysterieus hoog doet en sterk kijkt, en zich gedraagt als een rund. Ja, de aarzelingen van het gesprek met Rutgers kunnen best aangegeven worden, zonder dat het zóó langzaam hoeft te zijn. Dat wuiven (dat kinderlijk-doen van Angèle) is een werkelijk mysterieuze vrouw onwaardig. Haar zwijgend rondgaan met Charles is lang niet slecht; in die laatste scène, door dat would-be kinderlijk gedoe, maak je alles kapot. Dat is wat ik ertegen heb. - Ik ben zeer benieuwd naar de rest. Wanneer komt die? Eerlijk gezegd geloof ik dat je alweer het onderwerp voor een goed verhaal hebt willen uitrekken tot een ‘roman’. Het is je, als ‘roman’, beter gelukt dan in Vera (dat totaal verhaal is gebleven) | |
[pagina 111]
| |
maar het is toch nog erg mager. Als ik jou was, schrapte ik de helft en bracht alles tot de proporties van een groot verhaal terug. Kunnen Vera en Angèle niet samen, of desnoods gescheiden, maar beide als verhalen; inplaats van als ‘romans’? Waarom dat toegeven aan een bête mode? Of is het voor Querido noodig? Ik voor mij geloof dat je nooit een goed romancier zult zijn, en ik krijg lust om je daarmee te feliciteeren. Als je Angéle als verhaal gezien had, had je misschien iets prachtigs geschreven, 5 × zoo goed als A.-M.B. Maurice heeft zich tegen alles verklaard, acht - om ‘rijpere romanciersredenen’ misschien (laat me even lachen) - de boel ‘niet gelukt’. Menno stelt nu voor om, terwille van je ‘vent’-schap, één fragment te plaatsen, dat ik dan zou moeten kiezen. Ik wou graag weten welk fragment jij het liefste hebt. Mij dunkt: 1e gesprek van Rutgers en Charles,Ga naar voetnoot1. maar door jou bekort (geserreerd). Je kunt dit werk doen alsof het speciaal voor Forum was - dus alsof je de opgave had gekregen om van 30 blzn. 20 te maken - wat Malraux bv. te doen kreeg met de publicatie van Les Conquérants in de N.R.F. - en dan later voor jezelf uitmaken, in hoeverre deze Forum-lezing niet of wel de beste is. Als je het nl. gedrukt ziet, wordt alles anders. Ik schreef op je MS. met potlood eenige aanwijzingen. Schrap ook een paar maal dat verdomde ‘mysterieuze’, en ook een paar keer het woord ‘afwerend’. - Nog iets: het eigenlijke verhaal dat Rutgers over Henriëtte doet, is erg erg kort, vergeleken met al de pourparlers. Misschien kan dit je helpen de proporties wat te verbeteren. Waarom hebben àl die menschen, behalve Rutgers, in dezen roman Fransche namen? Degroux, De Blécourt? Is Angèle een Bels? Dat zou mijn sympathie voor haar sterk verminderen en mijn geloof aan haar mysteriën totaal opheffen! Kan een van de twee niet een Hollandsche naam krijgen? Karel van Korthooy is ook een beste naam. Het hoofdstuk Soirée vind ik niet alleen oppervlakkig, maar van a tot z ‘ernaast’. Dààr heb je nu het bewijs, dat een verhaal veel beter zou zijn geweest; je had dit onderdeel dan in 5, 6 alinea's af kunnen doen zonder dat er een gat ontstond. Nu heb je gemeend Charles ook eens in de ‘wereld’ te moeten geven, en het werd desastreus. Enfin, laat verder hooren wat je doet en kies jij zelf maar het frag- | |
[pagina 112]
| |
ment. Ik zou ook veel voelen voor die 2 hoofdstukken van Charles alleen, gevolgd door Charles met Angèle, als je die slotscène kon veranderen. Maar toch is Rutgers met Charles misschien beter. Hartelijke groeten, je E.
P.S. - Ik ben een paar dagen met schrijven opgehouden om even ‘adem te halen’ en ‘nieuwe oogen te krijgen’! |
|