Brieven. Deel 4. 2 januari 1933-30 april 1934
(1978)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd1474. Aan V.E. van Vriesland: Bellevue, 12 februari 1933Bellevue, 12 Febr. '33. Beste Vic, Ik heb je een langen brief geschreven naar aanleiding van het vriendschappelijk beklag dat je over me losliet in de N.R.C.Ga naar voetnoot1. - ik had opeens groote lust om met jou over jouw communisme te spreken; maar antwoord krijg ik toch niet, dus gaat die brief ook maar niet naar je toe. Het is trouwens immers altijd de vraag of je - als je communist bent - mij nog wel begrijpen mag. Daarom alleen deze punten:
| |||||
[pagina 37]
| |||||
‘There are hearts through which the Machine will never roll’. Maar soit; want antwoord krijg ik toch niet, en met je praten zooals ik zou willen gaat nog minder. Je begrijpt dat alleen jouw persoonlijke gevoelen mij interesseeren kan, en niet een door de partij voorgeschreven imbeciele superioriteit. Dat Apie Prins en Jef Last morgen zeggen zullen dat ik een verliteratuurd burgertje ben die er niets van afweet, is wiedes; praat jij dus als zij, dan is alles tusschen ons gezegd. In één ding alleen vergis je je: dat dit, als het dan niet politiek is, literatuur zou zijn. Het gaat verwoed om alles wat iemand heeft, zijn persoonlijke vrijheid. En dat ‘revolutie’ gelijk zou staan met ‘collectiviteit’, dat de wereld van de Machine gelijk zou staan met ‘vrijheid’, en dat het collectivisme een ‘vrede op aarde’ zou brengen waarin het christendom niet geslaagd is, noch iets anders tot dusver, ziedaar 3 ‘waarheden’ waaraan volgens mijn innigste overtuiging alleen een prédisposé abruti gelooft. Dat deze abruti's soms heel sympathiek zijn is een andere zaak; in ieder geval zijn ze excusabel, als het leven ze erg geslagen heeft. Hartelijke groeten van steeds je E.
En vergis je in iets anders ook niet: er is een jeugd in Europa op komst, die de dwang onder het mom van ‘revolutie en vrijheid’ hevig door heeft. MaulnierGa naar voetnoot3. is maar één onder de velen. - Maar vertel het maar niet aan den heer Apie Prins, die zoo communistisch-weerbaar en zonder hoed al de oude dwalingen van de wereld trotseert. |
|