Brieven. Deel 4. 2 januari 1933-30 april 1934
(1978)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 13]
| |
1435. Aan J. Greshoff: Voorburg, 10 januari 1933Voorburg, Dinsdag. Beste Jan, Van de VethsGa naar voetnoot1. was het een pràchtbriefje, werkelijk de moeite waard!Ga naar voetnoot* - Vergeet je niet naar Zoete te gaan? Bep is grieperig en ligt in bed; we gaan weer weg van hier als zij beter is. Ik was vandaag in Amsterdam; de bank heeft nog een fl. 20.000 voor mij over (na aftrek van alles), die na deeling met de 4 kinderen en de notarissen etc. wel schoon op zullen zijn. Ik heb dus feitelijk alleen Gistoux. Spreek over dit alles zoo min mogelijk met de menschen en laat vooral de Veths er geheel buiten, als die eens mochten komen informeeren. Willink sprak ik ook, en o.a over die photo's. Hij wil niet dat je Wilma neemt noch de rozen en laat de keus geheel aan jou over, maar je zou hem een plezier doen als je de Baskische boer wegliet,Ga naar voetnoot2. omdat hij die voor het grootste deel naar een briefkaart heeft geschilderd. Voilà. Zeg jij nu aan Bouws wat er gebeuren moet. Ik zal nog wel naar België komen - kan ik in dat geval bij jou terecht? Bep gaat meteen door naar Parijs, ook met het oog op Het Vaderland. Ik sprak 's Gravesande, die allergeschiktst was. - Later meer. Veel hartelijks, ook aan Aty, van je Eddy |
|