ten bij artsen en apothekers zonder noemenswaardig succes. Met het mislukken van deze onderneming, zagen de Du Perrons ook hun laatste geldelijke reserves verbruikt.
Het gevoel van ‘onmacht om in het practische leven wat te presteeren’ was zeer deprimerend en deed hem verlangen naar rust en vrijheid om zich volledig aan zijn roman te kunnen wijden; aan de andere kant dreef het verzet tegen de verziekte samenleving, dat was aangewakkerd door de beroerde privé-omstandigheden, hem tot een afkeer van vrijblijvende literatuurbeoefening en overwoog hij zelfs zich in het uiterste geval aan te sluiten bij de communistische partij.
In deze onzekere situatie had Du Perron meer dan ooit behoefte aan duidelijkheid over de houding van zijn vrienden. Over de inhoud van het begrip ‘vriendschap’ voerde hij in september een levendige discussie per brief met Greshoff en Marsman. De aanleiding was de wrijving met Van Vriesland, toen deze Du Perron op een schoolmeesterachtige manier in de NRC op de vingers had getikt.
Toen in oktober de huurtermijn van het appartement in Bellevue afliep en het zoeken naar goedkopere woon ruimte in Parijs mislukte, besloten Du Perron en zijn vrouw een hotelkamer aan de kust van Bretagne te betrekken, voor de goedkoopte en om er hard aan de roman te werken. Vestiging in een kleine huurkamer te Parijs op 1 december maakte voorlopig weer een einde aan de voortgang van dit werk, en toen hij eind december het voorstel van uitgeverij De Wereldbibliotheek om Malraux' La condition humaine te vertalen accepteerde, nam hij zich tevens voor ‘Ducroo’ drie maanden te laten rusten. Maar ook de vertaling vorderde langzaam. Hoewel hij zich verplicht had die vóór 1 april 1934 af te leveren, was hij er pas begin mei mee klaar.
Op 18 januari 1934 werd, na een jaar van moeizaam proberen, Gistoux eindelijk verkocht voor de lage prijs van 175.000 Belgische francs. Na aftrek van alle nog openstaande schulden resteerde hem nog een klein bedrag, nauwelijks genoeg om er een jaar van te leven.
Toen het fascisme ook in Nederland (waar de NSB onder leiding van Mussert zich sterk manifesteerde) en Frankrijk dreigend op kwam zetten, voelde Du Perron, en met hem Ter Braak, zich genoopt actie te ondernemen. Begin februari speelde hij met het idee een ‘individualistische vrijmetselaars-bond’ op te richten, en in de politieke beroeringen die zich in die dagen te Parijs afspeelden, werkte hij deze gedachte verder uit. Overigens zou pas in april 1936, mede op instigatie van Du Perron, het Comité van waakzaamheid van anti-nationaal-socialistische intellectuelen worden opgericht.
De aanleiding tot de politieke crisis in Frankrijk, waarin de democratie