Brieven. Deel 3. 1 april 1931-31 december 1932
(1978)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 534]
| |
omdat ik graag tot uitdrukking wil brengen hoeveel plezier deze verrassing mij heeft gedaan; het was bijzonder aardig van u, maar u hebt de rollen omgedraaid, de dankbaarheid moet helemaal van mijn kant komen. Ik denk dat u met uw kennis van het Duits (en van het Engels) tenminste enkele stukken van mijn vertaling heel goed hebt kunnen controleren; en vindt u dat op de tekening het ‘lange en benige hoofd’ van de heer Barnabooth, terwijl hij aan de pols van juffrouw Hildegarde zit, treffend genoeg uitkomt, en vindt u hem voldoende rossig? Het is op deze manier bepaald onmogelijk hem de ‘kwalijke gelijkenis met Cato de Oude’ te geven. Enfin, ik ben er in uw geval tenminste zeker van dat voor u slechts de goede bedoeling telt en dat u de tekenaar zijn fouten niet zult aanrekenen. Stols zei mij dat u mij graag zou ontmoeten als zowel u als ik eens tegelijk in Parijs zijn. Ik hoop van harte dat het ervan komt; ik heb vaak het gevoel dat ik u een heleboel te vertellen heb, hoewel ik tot nu toe nooit daarbij aan de mogelijkheid heb gedacht dat u er ook naar zou kunnen luisteren. Overigens zal ik het op de dag dat ik u zal zien ongetwijfeld over iets anders hebben. Het is zo moeilijk om tegen iemand te praten zolang je de indruk hebt het via een groot man te doen. Op een dag - het is minstens zes jaar geleden - heb ik u geschreven, na een grote confrontatie (het was de tweede) met Barnabooth. Toen ik mijn brief overlas, voelde ik mij ‘verlamd’, zo belachelijk vond ik hem; ik had aan de onbekende vader geschreven van iemand die ik als een broer liefhad. Later, toen ik las dat de heer De Montherlant u ‘een schrijver van wie ik hou en die ik vereer’ noemde, heb ik mijn troost in de jaloezie gezocht en bij mezelf gedacht dat Barnabooth nog wel veel meer broers zou hebben, die in geen enkel opzicht op mij leken. Nog weer later heb ik zelfs een van die broers ontmoet; hij heette Gondrexon! Maar goed, u weet zelf ongetwijfeld beter dan wie ook hoezeer u het gevoel hebt dat u zich verkocht heeft wanneer u de een of andere broer van Barnabooth ontmoet. Waarschijnlijk zullen we dus over iets anders praten. Ik dank u nogmaals voor het briefje dat u zo vriendelijk was mij te zenden, en geloof mij uw oprecht toegenegen E. du Perron
P.S. Ik ben op het ogenblik in Spa; het is geen Vichy, het is maar Spa. Maar als u mij mocht antwoorden, ben ik waarschijnlijk vertrokken | |
[pagina 535]
| |
van hier en het zou derhalve het beste zijn uw brief te sturen naar Château de Gistoux, Chaumont-Gistoux (Waals Brabant), waar mijn moeder er wel voor zal zorgen dat hij mij bereikt. Ik schaam me diep nu ik de indruk wek uw ‘zwervend bestaan’ zo armzalig te imiteren! |
|