1017. Aan G. Hellens: Den Haag, 17 november 1931
dinsdagmiddag, 12 uur.
Beste Hellens,
Ik heb gisteren helemaal vergeten met je te spreken over een jonge Russische danser, Alexeï Ormesson, die ik in Parijs heb ontmoet. Het is een jongeman, die vroeger gedanst heeft met Darja Collin (de vrouw van Slauerhoff). Op dit ogenblik krepeert hij van de honger, hij is volkomen verzwakt en bevindt zich in Den Haag, waar Darja hem, uit vriendschap, tracht op te lappen. Hij zou graag in België willen dansen. Pia zei me dat jij de heer Vandeputte kent, een van de belangrijke mensen van de Kursaal in Ostende; ik dacht zo dat jij misschien aan Alexeï een briefje voor die meneer mee zou kunnen geven. In elk geval heb ik hem een briefje voor jou meegegeven. Dit dient alleen om je vast te waarschuwen. Het is een zielige vent, die talent heeft, maar die er op het ogenblik uitziet als een lijk; hij heeft aardige ogen en is charmant, een beetje onderdanig misschien, maar tegelijk erg bescheiden. Ik hoop dat je iets voor hem zult kunnen doen.
Bedankt.
Schrijf me over die andere kwestie.
je Eddy