Brieven. Deel 3. 1 april 1931-31 december 1932
(1978)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd1422. Briefkaart aan J. van Nijlen: Bellevue, 29 december 1932Bellevue, Donderdag. Beste Jan, Ik ben nog even in Brussel geweest, zooals Jan Gr. je verteld zal hebben, maar had het ditmaal zoo druk thuis en zoo vervelend, dat ik je niet kon opzoeken. Ik had je nog even willen ontmoeten toen bij de porte de Namur, maar ook toen merkte ik dat ik ijlings naar huis moest (eerder ben ik er met Jan nog geweest, maar toen zat jij er nog niet). Ik ben blij te hooren dat Sofie zoo goed vooruitgaat; | |
[pagina 520]
| |
dat dikker worden is in dit geval natuurlijk best, en 'zoo gauw zal het haar wel niet misstaan. Bep en ik zenden jullie allen veel hartelijke wenschen voor het nieuwejaar. Céline las ik (lees ik nog); ik moet erover schrijven voor de N.R.Ct.Ga naar voetnoot1. en zal daar zeggen dat het erg mooi is, maar heelemaal prettig vind ik dat boek allerminst - er is een flink quantum ‘esbrouffe’ bij, voor mijn particuliere smaak. De versjes van Louis van Loo in ForumGa naar voetnoot2. vielen bij herlezing toch lang niet mee. Het zijn hééle zwakke dingetjes, een beetje à la jou en à la ‘het Fonteintje’; eigenlijk zijn we met het opnemen van zulke dingen toch op een verkeerd pad. Wanneer zend jij ons weer eens iets? Hart. groeten van je E. Wanneer kom je weer eens naar Parijs en naar hier? |
|