Brieven. Deel 3. 1 april 1931-31 december 1932
(1978)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 481]
| |
1383. Aan W.A. Kramers: Bellevue, 28 november 1932Bellevue, Maandag. Beste Wynand, Hierbij een niet te lange bespreking, hoop ik, van Sander's PoeGa naar voetnoot1.; over de uitgave zelf schreef ik niet zooveel, deels omdat het mijn fort niet is, deels omdat Schwenke - ofschoon zijdelings - het daarover reeds had. Ik hoop dat je mijn artikel in de volgende G.W. plaatsen kan; ik kan iedere gulden die ik ervoor krijg, best gebruiken. Als er boeken zijn die je zelf door mij - of door mijn vrouw - besproken zou willen hebben, zend mij die dan. Anders stuur ik je over een tijdje zelf wel weer iets. Als je bij dit artikel nog een houtsnede zou willen doen, dan heb ik een voorkeur voor die van The Cask of Amontillado en voor die van Ligeia, of van The Man in the Crowd: de eerste en de tweede lijken mij ook erg goed samen te gaan. Sander zal ze je wel willen sturen; het is meteen reclame voor hem. Hoe gaat het je verder? Ontving je mijn ingezonden stukjeGa naar voetnoot2.? - Hartelijke groeten van je E. Bellevue (S. et O.) 24 av. du 11 Novembre |
|