Brieven. Deel 3. 1 april 1931-31 december 1932
(1978)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd1302. Aan J. Greshoff: Bellevue, 8 oktober 1932Bellevue, Zaterdag. Beste Jan, Dank voor ettelijke briefkaarten. Ik vind het prettig dat je de IJzeren TorenGa naar voetnoot1. zoo leuk, en heerlijk dat je Bep zoo lief vindt. Ze is werkelijk héél lief, al heeft ze het nu soms wel erg hard met het rhythme van de bedopmakerij en de dans der potten en pannen. Ik wil haar graag helpen, maar ben nog veel grooter brekebeen op dit terrein! Enfin, alles moet wennen, troost zij zich. Als er nog maar tijd voor artikelen overblijft! Tot dusver hebben we nog niets gedaan. Neen, vraag Coenen voorloopig nog maar niet; geef mij uitstel tot ik werkelijk heelemaal een broodschrijver zal zijn (als ik tenminste niets anders vind; of Malraux voor mij, misschien??) Coenen mag mijn schrijverij niet, en ik voel niets voor zijn bête grapjes. Ik geloof graag dat het verder een alleraardigste man is om mee te lunchen; maar ik trotseer liever de echte zurigheden van een Léautaud. En ja, dat Eef aan een beroerte bezweek,Ga naar voetnoot2. hij die toch zooveel meer recht had op een kleine delirium tremens (pour remplir ses vieux jours) vind ik akelig; - serieus, ik vind het èrg beroerd voor hem. Maar dat de oude Beversen stierf,Ga naar voetnoot3. vind ik persoonlijk beroerder. Dat was een ‘aardige’ man. (Weet je zeker dat hij dood is? Bep durft haar condoléances niet verzenden - je schreef er ook zóó haastig | |
[pagina 418]
| |
over!) Jij scheen niet zoo erg getroffen door den dood van dezen, inderdaad 72-jarige; maar misschien werden je rouwgevoelens hier niet verscherpt door de noodzaak van het begraven? Ik heb toch nog een panoptikumpje geschreven tegen den idioot wiens naam is Spoelstra.Ga naar voetnoot4. Ik hoop dat Menno het goed vindt, en niet weer eens tegen is. Als het gedrukt is, ga ik een goede pook koopen, zoolang ik geen revolver in huis heb; als hij dan komt, hoop ik dat Bep net uit is, dan hoeft hij niet lang op me te wachten. Ik heb ook al zitten bedenken of een paar stoelen niet even goed dienst zouden doen, maar, zooals ik Menno schreef: het meubilair staat hier nu net op zijn plaats... Het wordt toch hoog tijd dat we ook wat anders doen, om de ‘creatieven’ niet al te veel gelijk te geven. Ik maakte eergisteravond 12 blzn. klaar als entrée-en-matière in mijn ‘groote boek’ (als het wordt zooals ik het nu zie, wordt het 600 blzn! - maar God weet, hoe mij alle rust weer ontbreken zal.) Ik wou dat ik uit die heele sfeer van polemiek kon raken; maar zoolang de Coster-affaire niet voorbij is, zal dat wel niet lukken. En als ik nu gedwongen artikelen moet schrijven, wordt het ook niet best voor het andere. Boucher zond de fl.40.-, dat is inderdaad in orde. Nogmaals dank voor je bemoeienis. Heeft Jantje de kapoenenhistorie al degelijk verwerkt en weet hij nu hoe men reist in Calabrië en dat - ‘ah, jeunesse! jeunesse! que votre âge est à plaindre!’? Ik houd wel van Courier, maar hij is zwaarop-de-hand met zijn geest, en een te klassiek polijster van zijn stijl om heelemaal aardig te zijn. Maar sommige brieven zijn toch eersterangs; als de Nederl. bibliophielen wouen marcheeren, zou ik graag een bloemlezing uit Courier maken, in den trant van Stendhal's Anecdotes, voor Sander. Nu, beste Jan, tot hier, Veel hartelijks van ons beiden voor jullie, en beterschap met Kees. Je E. |
|