Brieven. Deel 3. 1 april 1931-31 december 1932
(1978)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 411]
| |
1291. Aan J. Greshoff: Bellevue, 27 september 1932Bellevue, Dinsdag. Beste Jan, Het bericht over het bloedhemdGa naar voetnoot1. deed mij veel vreugde, zooals Maurice zou zeggen. Heb jij het de firma Boucher aangepraat, of was het in dit geval (avec ce nom prédestiné) een professioneele belangstelling? Hoe het zij, de man kan het krijgen. Maar het MS. is bij Sander, aan wien ik er vandaag over schreef. Hij kan het òf zelf naar Boucher zenden, òf mij terugzenden, òf het houden (en mij fl.40. sturen). Dit laatste heb ik er niet bij gezegd, maar wie weet waar iemand toe in staat is, die in deze tijden geld schokt om Tsjechoslovaaksch consul te worden in Maastreech? Wil Sander het houden in dezelfde omstandigheden, dan laat ik het hem liever. De vraag is nu: wil Boucher misschien andere, hetzij middeleeuwsche hetzij meer gewoon de slachterij betreffende, vertalingen? Ik ben tot dergelijke werken zéér bereid, nu ik hier woon, en heb in Pia iemand die me tot in de geringste finesses kan bijstaan. Dus, als je tòch met hem correspondeert... Ik vergat gisteren je de regels te signaleeren - ik bedoel: den auteur van de geciteerde regels. Voici: - auteur, Rostand; spreker, Cyrano. Ingesloten twee brieven van Menno,Ga naar voetnoot2. die je beter dan ik het zou kunnen, van de situatie op de hoogte brengen. Je ziet hieruit ook weer hoe'n door-en-door aardige kameraad Menno is, en wat een flauwekul het gepraat van de menschen die hem sec vinden, alleen maar cerebraal, enz. Al was het alleen hierom, dan is deze rothistorie voor mij niet heelemaal verwerpelijk geweest. En ik ben nu vooral blij, dat ik niet - zooals Menno nu - met het verlies van die uitgeverssympathieGa naar voetnoot* van Zijlstra bedreigd word, omdat dit allereerste geval zoo definitief is geweest! Zóóiets zou ik toch werkelijk erg slecht kunnen verdragen. Je mag Sander dom vinden, maar ik heb dan toch liever zijn soepele domheid, dan de botte en koppige van den ‘Fries’, waar het hier om gaat. In ieder geval: met Sander wil ik graag verdere relaties hebben, met Zijlstra (hoe geschikt hij zich inderdaad hierin nog betoond heeft) niet meer. Mijn vrijheid van gevoel te- | |
[pagina 412]
| |
genover de zijne, volgens jouw redeneering - anders niet. Het feit dat hij het echte conflict hier, het dwingen over het al of niet verschijnen van Coster in het tijdschrift, heeft opgeheven door een extra-vel, is zéér geschikt van hem, en heeft ook mijn opinie over hem veranderd. Hij is een Polderlandsch rund, zooals ik Menno schreef, un veau frison, maar als zoodanig nog met een vlotte (zakenmans) chic behebt. C'est toujours ça, als je verder toch als ‘goede vrienden’ uit elkaar gaat... Ik ben het met Menno eens, dat hij, gegeven dus zijn antipathie voor mijn Coster (die op zichzelf misschien een hulde is aan de duidelijkheid althans van dit geschrift) niet verder kan gaan, dan hij het nu deed; aangezien hij het terugzenden van dat voorschot als een beleediging zou voelen, zal ik in dit opzicht dus maar niet overdrijven en de zaak laten zooals ze nu is. - Nog één jaar Forum dus, voor Menno en jou en 2 of 3 anderen, en geen Nijgh en Van Ditmar voor mij; basta. We komen eindelijk een beetje uit de rommel, maar er is dan ook op gezwoegd! Ik heb 2 dikke handen door een vreemde zwelling van mijn huid, tengevolge van het vele wasschen met terpentijn. Maar onze verfprestaties, zoowel van Bep als van mij, naderen dan ook angstig dicht het heroïeke. - Ja, Dumay is zeer boeiend, dat vonden Bep en ik ook. Benieuwd wat jij ervan zegt; schrijf gauw. Veel hartelijks van ons voor jullie; je E.
P.S. Kramers schreef me daarnet dat hij Esser's stuk weigerde - althans voorloopig. Kan Esser het mij niet sturen? Primo wil ik graag van hem leeren; secundo kan het misschien best in Forum, - mede tot plezier van Zijlstra! |
|