niet alleen, maar is verdomd gezond voor haar; ze is het werkelijk wat lui gewend, en dat is eerst met recht ‘des duivels oorkussen’ voor iemand met zóó weinig geestelijke ressources!
Wat Greshoff, Bouws en de andere afroddelen, is mij ook om het even. Ik hoop één ding nu: dat je een prettige tijd in Brussel hebt met een minimum van familieverhalen en jeremiades. Op mijn brief van vanmorgen (die ze je misschien toonen zal; maar als je brieven van mij aan S. leest, vergeet dan nooit dat ik haar absoluut moet schrijven in de vulgariseerend-herkauwende stijl waarmee men kinderen placht te onderwijzen!) kreeg ik geen antwoord; wel kreeg Vera (die Gille vanmorgen bracht) de boodschap mee dat hij Maandag vòòr 12 uur weer moest worden gehaald. Dat is dus omdat jij komt. Ze had toch heusch beter gedaan met Gille dan nog wat hier te laten! want deze ‘nukken’ van haar begrijpt mijn moeder nu natuurlijk niet. Daar is de heele dramatische scène van het afscheid hier vanmorgen nu voor noodig geweest - en bovendien is het een streep door mijn plannen om Maandag met de auto naar Namen te gaan (en vandààr per trein naar de Ardennen), ik moet nu naar Brussel, om de auto niet heen en weer te laten gaan, en een uur langer treinen. - Het zijn van die stomme eigenzinnigheden van Simone waar ik nooit goed tegen kon en die in al hun onhandigheid altijd verdomd onaangenaam zijn voor anderen (voor mijn moeder bijv.); zij behoort heusch tot die onhandige menschen die je telkens een meubel op je voeten keilen. Enfin, ik ben zeer blij dat de zaak vooreerst weer ‘geregeld’ is en ik hoop Simone nu in een behoorlijke tijd niet te zien.
Mijn moeder zal ik nu maar van je komst en van de verhouding op de hoogte stellen, anders weet ik niet wat ik van die boodschap van Simone zeggen moet. Als je nu weggaat, wil jij dan aan mijn moeder schrijven wanneer Gille weer teruggebracht moet worden - want S. zal daar ook wel te beroerd voor zijn. Ik zend je mijn adres uit de Ardennen, zoodra ik er een heb. Nogmaals, trek je van deze brieven niets aan, beschouw ze als ‘zakelijke’ regelingen en antwoord er ook maar niet op, als je me weer schrijft, of alleen het hoognoodige, anders verzuipt onze heele vriendschap hierin! Amuseer je. Een hand van je
E.
P.S. - Ik heb bij S. een litho voor je gelaten van Vertès met een kwatrijntje in ms. van Pia; het is een bordeelscène, zooals ook Menno er