Brieven. Deel 3. 1 april 1931-31 december 1932
(1978)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd1181. Briefkaart aan H. Mayer: Gistoux, 24 juni 1932Gistoux, Vrijdag. Beste Henri, Dank voor je brief. Het gaat nu met mijn moeder iets beter, maar voorloopig (d.w.z. tot begin Juli) zullen we wel hier moeten blijven. Van ‘premiers amours’ is overigens bij dit verblijf geen sprake. Wat die Multatuli betreft, zeg zelf maar wat hij kosten mag; als het een goed exemplaar is heb ik er 25 à 30 gldn. voor over. (Maar liefst had ik er die deeltjes van CohenGa naar voetnoot1. bij.) Tant pis voor Musset en dank voor Lijmen. De prijzen van de maatschappij (welke?Ga naar voetnoot2. je bedoelt toch het college dat zulk belachelijk proza laat opstellen door commissies?) - lijken mij, als altijd, logisch. Ik ben noch blij noch niet-blij dat ik niet ‘benoemd’ werd,Ga naar voetnoot3. zooals zooiets heet; als ik het geweest was, had ik mij hoogstens verplicht gezien om, - zooals Ter Braak deed - per keerende post te weigeren. - Slau's roman is inderdaad, in den Orlandoschen geest nog steeds ‘zich voortzettende’.Ga naar voetnoot4. En in het | |
[pagina 326]
| |
volgende nummer begint de serie over Coster. - Met hart. groeten en tot later, steeds je E. Jan zal je nu wel gauw zien; hij gaat vandaag nr Holland. |
|