Brieven. Deel 3. 1 april 1931-31 december 1932
(1978)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd1111. Aan H. Marsman: Gistoux, 19 april 1932Beste Henny, Ik ga de 26e van hier weg, blijf dien avond òf in Den Haag òf in Amsterdam - Bep verkeert in een zône van ongezonde ‘belangstelling’, die elke toenadering gevaarlijk maakt - en ben de 27e bij Jany in Bergen, waar ik tot den 30en blijf. Daarna kom ik, als je wil, ook nog wat bij jou logeeren, bv. in de eerste week van Mei. Moet je mijn paspoort nog hebben? Zoo ja, schrijf me dat omgaand, dan stuur ik je het moois aangeteekend, want ik heb nog een ‘kaart van eenzelvigheid’ om mee te reizen. En stuur me, please, de vertalingGa naar voetnoot1. vóór den 26en terug, als het kan. Tot spoedig ziens, hoop ik. Met veel hartelijks, ook voor Rien, steeds je Ed.
Coster vraagt via Van Loghem en Stols mijn Harde Dood voor de 4e druk van zijn Nieuwe Geluiden. Doen??Ga naar voetnoot2. - Ik ‘haat’ hem niet meer! And yet...
Gistoux, Dinsdag. |
|