Brieven. Deel 3. 1 april 1931-31 december 1932
(1978)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 273]
| |
schien toch te vroeg naar Utrecht gegaan, maar ook met het oog op de plannen van Bep ging het niet anders - verder merk ik dat ik alweer aardig door mijn duiten heen hen. Dit alles bij elkaar genomen, heb ik Jany maar afgeseind; ook al omdat jij zei dat hij toch wat moe was. Willen Rien en jij niet hier komen in Scheveningen? ik vind wel een goedkoop pension voor je, en dan zijn jullie ook aan zee. Als je toch niet naar Bergen gaat, zou ik het heel gezellig vinden. Bep gaat morgen al naar Amsterdam, maar wij drieën kunnen toch ook best over de baan. Hoe was de reactie van Rina Ariëvna op het bezoek? (of mag ik dit niet meer vragen?) Aan déze zijde niets dan enthousiaste waardeering. Het deed mij oprecht genoegen; ikzelf vond ‘the general atmosphere’ zeer gezellig en was blij ook niets van een griepstemming bij jou te merken. Ik moet je nogmaals hartelijk danken voor al de moeite die je je voor mij gegeven hebt; ik had door dit alles anders den laatsten tijd het gevoel dat ik je als vriend verwaarloosde, omdat ik je als advocaat zoo vervelen moest. Maar ik heb vele vrienden verwaarloosd, o.a. dien goeden Hellens, die zijn 50en verjaardag heeft gevierd en tegenover wien ik mij werkelijk schandelijk gedragen heb! Schrijf eens gauw terug: Nwe Parklaan 187, Scheveningen, wat je doet. Hartelijke groeten voor jullie twee en een hand van je E. |
|