Brieven. Deel 3. 1 april 1931-31 december 1932
(1978)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd1062. Aan H.C. Kool: Voorburg, 3 februari 1932Voorburg, Woensdag. Beste Halbo,Ga naar voetnoot1. Ommezijds vind je een sonnet dat ik in Forum wil zetten en jou opdragen,Ga naar voetnoot2. als je het goed vindt. Verder wou ik graag de volgende boeken nog hebben, die of bij jou of bij Blijstra moeten zijn:
| |||||
[pagina 256]
| |||||
Kan je die mij eens zenden? Of kom me hier eens opzoeken, dat zou ik erg prettig vinden. (Ik ben nu weer behoorlijk grieploos.) Maar waarschuw vooruit, anders ben ik misschien niet thuis. Geef ook Blijstra mijn adres. Hier is het: Laan van Oostenburg, Voorburg-Den Haag. En laat wat van je hooren. Met hartelijke groeten, je EduP.
De Vooruitgang.
Ze komen los, en niets zal hen weerstreven!
Van de paleizen kraait hun roode haan;
boven hun luizen waait de roode vaan;
de burgers smelten en de goden beven!
Voor deze stank en dommekracht: ruim baan!
Dit is de Menschheid aan zichzelf ontheven;
wie nu niet sterft, ontvangt het Nieuwe Leven:
zij zijn de Wereld, niets kan hen ontgaan!
En uit hun vrouwen met cementen kaken
komt (vide Marx) dan nog de Nieuwe Mens:
wel met een sekse, een soort van ziel, een pens -
maar gelijkvormig zullen zij hem maken!
...Tot uit zijn geestloos collektief gedrens
de Neo-Burgers revolutie braken.
|
|