Brieven. Deel 3. 1 april 1931-31 december 1932
(1978)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd1006. Aan J. Greshoff: Den Haag 25 oktober 1931Den Haag, Zondagavond. Beste Jan, Het vers op Eef is niet heelemààl een portret van hem - dat zou schrikkelijk overdreven zijn! - maar toch wel op hem ‘geïnspireerd’. Je nieuwe verzen lijken me, na een eerste lezing, inderdaad heel goed. Ze zijn poëtisch fijner, ‘zuiverder’ dan de Uitverkoop, daar kan | |
[pagina 218]
| |
je gelijk in hebben; toch is de Uitv. mij veel liever. Wat niet zeggen wil dat ik deze groep niet voor Forum zou willen hebben, mits dan, evenals de Uitv., met 2 verzen per blz., en ook eig. als één groot gedicht beschouwd. Ik zal ze doorgeven aan onzen geachten secretaris. Je bent enorm productief! - gaat het nog een tijdje zoo voort? Het sonnet op dien borrelheld, die dus niet heelemaal Jhr. E. v.L. de J. is, ging heden naar 's Gravesande, voor eventueele opname in Het Vaderland. Hampton Court is afgekraakt door de winkelbediendes Colmjon etc.,Ga naar voetnoot1. door Helman in De Groene en door Shu in de Arnhemmer.Ga naar voetnoot2. Zijlstra zit er erg mee in. Ik las je brief aan Menno vanmorgen in R'dam, en ben het over de geheele lijn met je eens, in het bizonder over de toon, de voordracht. Maar dit schijnt die heeren totaal te zijn ontgaan. Ik kom 29 a.s. wel bij je aanrijden, hoe laat precies weet ik nog niet. Ik denk tegen 4 uur. Tot ziens. Je E. |
|