Brieven. Deel 3. 1 april 1931-31 december 1932
(1978)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd994. Aan J. Greshoff: Den Haag 12 oktober 1931Den Haag, Maandag. Beste Jan, Dank voor de vergrootingen; die van jou en mij samen vind ik werkelijk alleraardigst! Zou je me er nòg een van willen zenden, maar dan een van het formaat 6½ × 11, of ongeveer, voor mijn album; want deze zou ik moeten versnijden, en dan vallen de handen weg, wat veel bederven zou. Ik heb van Henri M. gehoord dat de VoetzoekersGa naar voetnoot1. zouden uitkomen. Ik ben erg blij dat het dus gaat; mijn moeder zal 350 frs. bijdragen tegelegenertijd. Ik zal Menno vragen, zoodra ik hem zie, dat hij je een geb. ex. van H.C.Ga naar voetnoot2. zendt, maar waarom vraag je hem dat zelf niet even? hij doet het vast; het kost je een briefkaart. Ik zie hem eerst Donderdag a.s. Is het boek al uit? ik kreeg er nog geen ex. van; alleen Bouws heeft ‘in diep geheim’ al 10 dagen zoo'n ding om aan te lurken. - Ik zal M. intusschen ook schrijven. Wanneer kom je eens hier? Ik voel mij weinig schrijflustig en maak een tijd door van ‘wennen’. Wil je Sander bedanken voor de exx. op Holl. van Pom en mijzelf,Ga naar voetnoot3. die ik eindelijk kreeg, en hem vragen mij te antwoorden? Hart. groeten, ook aan Atie, van je Eddy.
Ik ga Spaansch leeren, voor event, vertalingen, en vertaal op het oogenblik Ce qui ne fut pas van Boris Savinkov. |
|