Brieven. Deel 3. 1 april 1931-31 december 1932
(1978)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd977. Aan H. Marsman: Bergen, 6 september 1931Beste Hennie, Dank voor je briefkaart. We hebben hier erg prettige dagen doorgebracht: Jany, Jacques, Menno en ik. Morgen ga ik weer naar Amsterdam, Dinsdagavond ben ik bij Bouws in Den Haag en Woensdagavond heeft de vergadering plaats ten huize van Zijlstra, in Rotterdam. Wil je dus vóór Woensdag aan Menno schrijven of je beschikbaar bent als redacteur, indien wij het erdoor krijgen dat jij en niet Roelants de 3e man wordt en zonder dat Bouws ‘stem krijgt in het kapittel’? Doe je het liever niet, dan houden we het op Menno, Roelants en ik, en rekenen we op jouw meest actieve medewerking. Jany wil grààg de opdracht van een afdeeling van Proteus aanvaarden; ik heb hem erover gesproken, dus... - Mondeling meer over alles en nog wat. Hart. groeten ook aan Rina, van je Eddy Bergen, Zondagmiddag.
Jany laat je zeggen dat hij je stuk over HofmannsthalGa naar voetnoot1. zéér goed vindt en dat hij je eerstdaags zal schrijven. |
|