Brieven. Deel 3. 1 april 1931-31 december 1932
(1978)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 184]
| |
964. Aan H. Mayer: Gistoux, 28 augustus 1931Beste Henri, Graag nog een ingenaaid ex. van Commentaar door Binnendijk D.A.M., verschenen bij Nypels. - De verzen van Jany en Astrid, het Maeterlincksche heerlijks, ontving ik. Dank. Jan zond mij een paar foto's van hem uit St. Idesbald, waarop hij er ‘fataal’ uitzag! Een man van goed in de 50, hopeloos ontgoocheld. Het is te hopen dat de lens overdreven heeft. Ik zie hem Dinsdag of Woensdag a.s. - Morgen begin ik aan het stuk van Méral, d.w.z. de vertaling (de bewerking eigenlijk, want voor het Hollandsche publiek zal ik van alles moeten toelichten) van dat Trotsky-stuk. Het revolutionaire ensembleGa naar voetnoot1. zag ik, waarin de stem van Jacques alleen detoneerde! Hoe gaat het je overigens? Ik kom in September in Holland en zelfs in Den Haag, d.w.z. ik logeer in Voorburg en misschien in Scheveningen. Hoop je in ieder geval te zien, en ook Wynand. Hart. groeten, je E Gistoux, 28 Aug. |
|