Brieven. Deel 3. 1 april 1931-31 december 1932
(1978)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd937. Aan F.E.A. Batten: Gistoux, 7 augustus 1931Gistoux, Vrijdag. B.F. Gelijk hiermee zend ik je een ex. Voorbereiding eindelijk! - officieel is het trouwens nog niet uit. In September eerst, zegt Stols. Ingesloten het meesmuilende stukje van WalchGa naar voetnoot1. en de brief van Bloem. Kan je me helpen aan een goed portret van Kloos? niet oud, maar jong; liefst het ‘lezende bij de boekenkast’. Ik wil niet een echte photo hebben, maar misschien kan je me een reproductie opschar'len, uit een tijdschrift of zoo. Kwam het o.a. niet voor in het Gedenkboek van de Wereld-Bibliotheek? - Ik wou het laten binden in mijn ex. van Veertien Jaar Literatuurgeschiedenis, dat verreweg zijn beste proza bevat. Marsman schrijft mij niets van je -(mijn-onze) limerick. Het zou toch wel amusant zijn als hij hem plaatste. Van den Bergh's Nieuwe Tucht is voor mij een prul. Pretentieus èn onbeduidend (behalve misschien voor de Holl. jongeren in dien tijd die nòg achterlijker waren). Op zichzelf beschouwd is het zoo goed als niets. Amuseer je in dat pension, ondanks het slechte weer. Gelukgewenscht met het opnemen van je verzen door Frans CoenenGa naar voetnoot2.; Stols heeft ze, geloof ik, nog zelfs niet ingekeken, omdat, zegt hij, Helikon t/m. Oktober of zooiets tòch al volstaat. Als Gr. Nederland je nu maar niet een jààr laat wachten, daar zijn ze sterk in, bij dat blad! Hart.gr. van je EdP. |
|