in eenig opzicht door Bouws te laten storen, en zal hijzelf dat ook geenszins probeeren. Ik kan mij bovendien met B. ophouden, terwijl jij werkt (schrijft, waar noch ik, noch B. bij hoeven te zijn) of in de zoetere momenten die je met Rien, en met Rien alléén, doormaakt! Laat alles gerust aan mij over, en kom zoo spoedig mogelijk na den 16en bijv. Als je 17 of 18 Augustus kwam? Het zou mij verwonderen als Bouws dan niet reeds lang weg was. Hij is niet iemand om zoolang buiten ‘de stad’ te kunnen. Enfin, ik houd je in ieder geval op de hoogte.
Ik zond je vanmorgen 2 exx. Een Voorbereiding, een voor jou en een voor Engelman.
Tot nader. Je
E
Onze vriendschap voor B. zal ik je bij gelegenheid wel verklaren. ‘Netelig’ hoeft het heelemaal niet te zijn!
P.S. - Zou Rien er niet voor voelen om - terwijl jij en ik ons opsluiten om te ‘werken’! - Bouws' éducation sentimentale onder handen te nemen? Wie weet hoeveel ze daarin niet vond te corrigeeren. (Het is nat. maar een idee.)