Brieven. Deel 3. 1 april 1931-31 december 1932
(1978)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd924. Aan G. Burssens: Gistoux, 28 juli 1931Beste Burssens, Gelijk hiermee schrijf ik aan die meneer DuysanGa naar voetnoot1. een ui- | |
[pagina 154]
| |
terst beleefd - en zelfs vriendelik - briefje: de man bedoelt het goed! - waarin ik hem naar de pomp laat lopen. Dat is dus afgedaan. En verder: wat nieuws? Ik blijf gekluisterd aan Gistoux. Gelukkig dat het weer zo heerlik is - soms, niet altijd; maar de toestand van mijn moeder baart mij voortdurend zorgen. Ik heb mijn vrouw hier weer overgebracht en mijn appartement in Brussel laten sluiten. Als dit kasteel verkocht kan worden (maar dat is weer een andere moeilikheid) dan gaat de hele familie terug naar Brussel. Ik hoop je dan bij me te zien, of zelf nog eens te komen naar Antwerpen. Ik werk ook absoluut niet; mijn hoofd en gemoed, zouden onze voorvaders zeggen, staan niet naar literaire werken. Maar vroeger of later.... Hoe staat het met jouw produktie? En met het volgend deel van P.v.O.? Krijg ik daar ook eens drukproeven van? In ieder geval het beste, en laat af en toe - ook zonder aanleidingen van heren Duysan - van je horen. Een hand van je EdP. |
|