Brieven. Deel 3. 1 april 1931-31 december 1932
(1978)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd899. Aan H. Marsman: Gistoux, 1 juli 1931Gistoux, Woensdag. Beste Hennie, Wat een stupide affaire, die van de Vrije Bladen! Ik vindje brief aan BouwsGa naar voetnoot1. in menig opzicht uitstekend. Hierbij zijn schrijven terug. Hij bedoelt het goed, maar zooals je zegt: tenslotte mag zijn ijver ook wel iets belangeloos' hebben, al is zooiets misschien volstrekt uit den | |
[pagina 126]
| |
booze in de business-sfeer waarin hij leeft. Ik schrijf hem eerstdaags hierover; ik stelde het tot dusver uit, uit een soort ergernis. Groote lust mij niet meer ‘beschikbaar’ te stellen! Ingesloten ook een brief van Arthur M.L. Je ziet hoe ‘onjuist’ je inlichtingen zijn; leer juister te zijn, in den vervolge, van deze anarchist! Ik ben bezig Vera zorgvuldig door te lezen en schrijf er de onhebbelijkste opmerkingen naast.Ga naar voetnoot2. Je neemt mij dit wel niet kwalijk; ik schrijf precies op wat er al lezend in mij omgaat, en daar ik je op het slechte moet wijzen... Mogelijk heb je er toch meer aan, dan ikzelf nu denk. Moet ik je die blzn. opzenden of voorloopig hier houden? Waar is dat ‘onmogelijk communiqué’ van Pom?Ga naar voetnoot3. kan je het mij niet opzenden? Inhoudsopgaaf van Vr. of Vijand etc. volgt; mèt de proeven. Met mijn moeder gaat het slap, met mij ook zoo-zoo. De warmte misschien; zal wel beteren. Hart.gr. ook aan Rien, van je E
|
|