Brieven. Deel 3. 1 april 1931-31 december 1932
(1978)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 99]
| |
877. Aan W.A. Kramers: Gistoux, 4 juni 1931Beste Wynand, Gisteren schreef ik je om dien brief; vandaag heb ik hem al - blijkbaar dus wéér zoo'n curieus geval van ‘telepathie’! Hierbij den brief ook weer terug; veel behoorlijks stond er toch niet in! Excuse me. Dank voor de portretten der schone Figner. Jan is uit Parijs terug, en veel minder gedeprimeerd, dan ik eig. vreesde. Maar hij is toch in een lammen toestand. Alleen, hij is op dat gebied zoo raar: over een week is hij misschien weer heelemaal kwiek en monter. Ikzelf voel me heelemaal niet frisch, en ‘fed-up’ van literatuur. Als ik iets anders kon vinden, dat een beetje boeiend was! Met hart. gr. je E.
Zeg aan De Lange dat hij toch vooral die Savinkov'sGa naar voetnoot1. uitgeeft: de 2 romans en het deeltje Souvenirs. Het is van het gróótste belang, en zal zich zeker bèst laten verkoopen. Verwijs hem maar naar Rost's ‘Levens’. Gistoux, Donderdag. |
|